Sinds 1996 hebben talloze voetballers geprofiteerd van het Bosman-arrest door aan het einde van hun contract zonder transfersom de overstap te maken naar een nieuwe club. Wij kiezen voor u de ideale elf van 25 jaar "Bosman-transfers".
Doelman: Brad Friedel (Blackburn)
Misschien niet de grootste naam in dit lijstje, maar de Amerikaan heeft zijn plaats tussen de palen niet gestolen. Brad Friedel werd in 2000 doorgestuurd bij Liverpool en werd op zijn 29e gratis opgehaald door Blackburn, waar hij zou uitgroeien tot een clubicoon.
Dankzij de betrouwbare Amerikaan promoveerde Blackburn in 2001 naar de Premier League. In het seizoen 2002-2003 hield hij 15x de nul en kreeg hij een plaatsje in het Premier League-team van het jaar. Friedel bleef uiteindelijk 8 jaar bij Blackburn. Hij speelde er 318 matchen, hield 101 keer de nul en scoorde zelfs 1 keer.
Rechtsachter: Cafu (Milan)
De Braziliaanse recordinternational Cafu was al 33 toen hij in 2003 AS Roma ruilde voor Milan, maar beleefde bij de Rossoneri zijn tweede jeugd.
Cafu speelde van 2003 tot 2008 nog meer dan 100 wedstrijden voor Milan en was een sleutelpion in het elftal dat in 2004 de Italiaanse landstitel won en in 2007 triomfeerde in de Champions League. Met Milan won hij ook nog de Italiaanse Supercup, 2x de Europese Supercup en het WK voor clubs.
Centrale verdediger: Sol Campbell (Arsenal)
Dat Sol Campbell in 2001 gratis de overstap maakte van Tottenham naar de Londense rivaal Arsenal zorgde destijds voor veel ophef. De Spurs-fans reageerden woedend, Campbell werd sinsdien steevast uitgemaakt voor judas.
Campbell zelf liet de verwensingen niet aan zijn hart komen en bevestigde in zijn Arsenal-periode zijn status als een van de beste verdedigers in de Premier League. In 5 jaar bij de Gunners speelde hij bijna 200 wedstrijden, won hij 2x de Engelse titel en 2x de FA Cup. In 2006 scoorde hij ook in de Champions League-finale, die wel gewonnen werd door Barcelona.
Centrale verdediger: Joël Matip (Liverpool)
De rol van Joël Matip bij Liverpool is de jongste tijd wat minder prominent geworden, maar de Duitse Kameroener heeft wel een grote impact gehad sinds zijn gratis overstap van Schalke 04 in 2016.
In de jaren voor de komst van Matip slikte Liverpool erg makkelijk doelpunten en dat probleem werd dankzij de Kameroener mondjesmaat verholpen. Matip vormde lange tijd een sterke tandem met Virgil van Dijk centraal achterin bij de Reds.
Door blessures en de moordende concurrentie is Matip geen onbetwiste basispion meer, maar zijn palmares bij Liverpool oogt wel fraai, met 1 Engelse titel, 1 Champions League-trofee en 1 Europese Supercup.
Linksachter: James Milner (Liverpool)
Niet de meest opwindende naam in dit elftal: James Milner. De intussen 34-jarige Engelsman komt depanneren op de linksachter, een rol die hij ook bij zijn clubs wel eens vervuld heeft.
Veelzijdigheid en betrouwbaarheid zijn dan ook de twee grootste troeven van Milner, door Jürgen Klopp in 2015 gratis werd weggeplukt bij Manchester City. Op Anfield zorgt hij als vice-kapitein voor leiderschap, strijdlust en een flinke dosis assists.
Milner, doorgaans ook erg secuur vanaf de stip, is nog altijd van goudwaarde voor Liverpool, waarmee hij intussen - net als Matip - al de belangrijkste prijzen op clubniveau gewonnen heeft.
Verdedigende middenvelder: Andrea Pirlo (Juventus)
Dat Milan in 2011 de dan 32-jarige Andrea Pirlo gratis en voor niks naar concurrent Juventus liet vertrekken, werd door Juve-doelman Gianluigi Buffon omschreven als de "transfer van de eeuw".
Vier jaar lang demonstreerde de fijnbesnaarde dirigent zijn onversneden klasse op het middenveld van Juventus. Pirlo speelde in die periode ruim 100 wedstrijden. Daarin scoorde hij 16 keer, niet zelden dankzij zijn fabelachtige traptechniek.
Met Pirlo als regisseur werd Juventus telkens kampioen. Dat de Oude Dame in Pirlo's periode er niet in slaagde de Champions League te winnen, is het enige minpuntje in zijn 4 verbluffende seizoenen in Turijn. Daarin kan hij vanaf dit jaar verandering proberen te brengen als coach.
Middenvelder: Esteban Cambiasso (Inter)
Esteban Cambiasso had bij Real Madrid al flitsen van zijn klasse getoond, maar het "Galactico-gehalte" van de Argentijn werd in 2004 toch te licht bevonden in de Spaanse hoofdstad.
Cambiasso verhuisde gratis naar Milaan, waar hij zich in 10 seizoenen voor altijd in de harten van de Inter-fans voetbalde.
Met de veelzijdige Argentijn op het middenveld pakte Inter van 2006 en 2010 vijf keer op rij de Italiaanse landstitel. Tussendoor wonnen Cambiasso en co ook 4 Italiaanse bekers en 4 Italiaanse Supercups. Het hoogtepunt was het behalen van de Champions League in 2010, waarna Inter ook nog het WK voor clubs won.
Middenvelder: Paul Pogba (Juventus)
Puur op financieel vlak is Paul Pogba met voorsprong de beste transfer in dit elftal. De Fransman verhuisde in 2012 op 19-jarige leeftijd gratis van Manchester United naar Juventus. Vier jaar later maakte hij voor 105 miljoen euro de omgekeerde beweging, een aardige winstmarge voor de Italianen.
Sindsdien heeft Pogba het in Manchester lastig om zijn stempel te drukken, iets waar hij bij Juventus wel met verve in slaagde. Ondanks zijn prille leeftijd had de Fransman in zijn Italiaanse periode een groot aandeel in de successen van zijn team.
Bij Juventus won Pogba 4x de Italiaanse titel en was hij in 124 wedstrijden ook goed voor 28 doelpunten. Op zijn palmares bij Juve prijken ook twee Italiaanse Supercups en twee Italiaanse bekers.
Aanvallende middenvelder: Michael Ballack (Chelsea)
In 2006 ging Michael Ballack niet voor de evidente keuze - bij Bayern München blijven en prijzen aan de lopende band verzamelen - maar koos hij voor een transfervrije overstap naar Chelsea, dat onder meer Real Madrid en Manchester United aftroefde in de strijd om de handtekening van de Duitser.
In vier seizoenen Premier League was Ballack een van de sleutelpionnen bij Chelsea, waarmee hij in 2010 de Engelse titel won. Ook de League Cup en drie FA Cups staan op zijn erelijst. In 2008 verloor hij met Chelsea de finale van de Champions League. In ruim 100 wedstrijden voor de Blues scoorde hij 17 keer.
Aanvaller: Robert Lewandowski (Bayern München)
Tot op de dag van vandaag teert Bayern München op de goals van Robert Lewandowski, die in 2014 transfervrij overkwam van rivaal Borussia Dortmund.
De inmiddels 32-jarige Pool staat sindsdien garant voor doelpunten en kan verbluffende cijfers voorleggen. In ruim 300 wedstrijden voor Bayern München scoorde hij al meer dan 260 keer.
Met Lewandowski in de spits is Bayern elk seizoen kampioen geworden in de Bundesliga. Tussendoor verzamelde hij ook nog een handvol andere trofeeën met zijn club, met als hoogtepunt de Champions League eerder dit jaar.
Aanvaller: Henrik Larsson (FC Barcelona)
Henrik Larsson maakte jarenlang grote sier bij Celtic, waar hij in 313 wedstrijden goed was voor 242 doelpunten. In de nadagen van zijn carrière - Larsson was dan al bijna 33 - versierde de Zweed nog een mooie en gratis transfer naar Barcelona.
Larssons eerste seizoen werd overschaduwd door een zware knieblessure, maar in zijn tweede jaar toonde hij wel nog zijn klasse met 15 doelpunten.
De Zweed werd vooral geprezen om zijn fantastische invalbeurt in de Champions League-finale van 2006. Tegen Arsenal en bij een 1-0-achterstand deed hij de match helemaal kantelen met twee assists. Zo won hij in amper twee jaar de Champions League, twee Spaanse titels en de Spaanse Supercup.