Spring naar de inhoud

Burgemeester Lokeren: "We gaan onze verantwoordelijkheid nemen voor de jeugd"

Burgemeester Lokeren: "We gaan onze verantwoordelijkheid nemen voor de jeugd"
 di 18 februari 2020 13:19

De stad Lokeren dreigt bij een teloorgang van Sporting Lokeren een uithangsbord te verliezen. Burgemeester Filip Anthuenis is vooral bezorgd over de jeugdvoetballertjes en hun ouders. 

Als burgemeester van Lokeren kan Filip Anthuenis ons voorlopig weinig extra vertellen over de financiële situatie bij Sporting Lokeren. "Het is hallucinant. Als fan en als burgemeester ben ik ontgoocheld, maar we moeten afwachten."

 

De stad is financieel niet betrokken bij de eerste ploeg. "We zijn wel eigenaar van het stadion, maar dat hebben we in erfpacht aan de club gegeven. Schulden heeft de club niet bij de stad", zegt Anthuenis.

 

"De band tussen de club en de stad is vooral de jeugdwerking. Lokeren heeft ongeveer 450 jeugdspelers. De jeugdterreinen zijn eigendom van de stad en we hebben bijvoorbeeld geïnvesteerd in kunstgrasvelden."

 

"Voor de jeugd zal de stad altijd zijn verantwoordelijkheid nemen, want ook al speelt de eerste ploeg in 1B, onze jeugdwerking is de 5e of 6e beste van het land."

"Hallucinante bedragen gehoord"

Als de club failliet gaat, dan zou dat grote gevolgen hebben voor de jeugdwerking. "Ik hoor dat er in het bondsreglement een link is tussen de jeugd en de eerste ploeg op basis van het stamnummer."

 

"Het zou bijzonder jammer zijn dat we de jeugdwerking verliezen omdat het stamnummer verloren gaat", zegt Filip Anthuenis. "In dat geval moeten we eens praten met de bond."

 

Bijspringen om de eerste ploeg in leven te houden, ziet de burgemeester niet zitten. "We weten niet over welke exacte bedragen het gaat, maar ik was eerder wel aanwezig op een vergadering waar hallucinante bedragen werden genoemd. Bedragen waar de stad Lokeren geen rol bij kan spelen."

 

"Het zou een ander verhaal zijn als de jeugdwerking wordt losgekoppeld van de eerste ploeg, maar daar bestaan dus bondsregels over."