Op de Nacht van de Atletiek kwamen gisteren heel wat Belgische atleten in actie. Met Paulien Couckuyt, Elise Vanderelst en Kobe Vleminckx is er opnieuw voldoende talent voor een veelbelovende toekomst. Rudi Diels, trainer van onder anderen Coucuyt, spreekt van een "nieuwe gouden generatie".
Paulien Couckuyt: "Wil finaleplaats op spelen 2024"
Paulien Couckuyt geldt misschien wel als één van de meest beloftevolle atleten van ons land. Op het EK voor beloften pakte ze de gouden medaille op de 400 meter horden. "Ik dacht niet dat dat mogelijk was", vertelt Couckuyt in een gesprek met Sporza. "Je hoopt wel op iets moois, maar dan werd ik op mijn eerste internationaal kampioenschap meteen kampioen. Wauw."
"Deze discipline doe ik het liefst. Daar heb je altijd een doel om naartoe te lopen. Bij de gewone 400 meter is het meer nadenken dat je gaat sterven. Bij de horden is het net leuk dat je een bepaald pasritme hebt en er is nog veel progressie mogelijk als je er een pas kunt uitnemen. Het is zeker een interessante uitdaging."
De toekomst ligt Couckuyt aan de voeten. Maar wat zijn haar doelen? "Tokio komt net iets te vroeg, zeker omdat ik nu pas goede tijden loop. Daarom kijk ik ook meer uit naar Parijs 2024. Natuurlijk wil je daar altijd strijden om de medailles, maar de Olympische Spelen is het van het. Een finaleplaats zou al mooi zijn, dat zal zeker een doel zijn. Om er de finale te halen, zal er toch zeker nog een seconde van mijn tijd moeten."
Couckuyt was ook al lid van de Belgian Cheetahs. "Wat ik daar al meemaakte, was heel leuk. Maar dat ligt niet in onze handen. Hogerop geraken zou altijd leuk zijn, ik amuseer me er wel. Maar het blijven de 6 snelste atleten van de 400 meter dus het is altijd wachten tot het einde of je geselecteerd wordt. Ik hoop wel dat ik mee mag naar Doha."
400 meter horden of 400 meter? "Dat is een moeilijke vraag", gaat Couckuyt voort. "Eigenlijk zou ik ze allebei moeten zeggen en ze proberen te combineren. Daar kan ik nog geen echte uitspraak over doen, al doe ik de horden wel het liefst."
Elise Vanderelst: "Mijn droom is de Spelen van 2020 in Tokio"
De 21-jarige Elise Vanderelst greep op het EK voor beloften net naast de Europese titel op de 1.500 meter. Op de Nacht van de Atletiek was onze landgenote wat meer teleurgesteld. "Het is spijtig dat ik geen WK-limiet kon lopen", vertelt Vanderelst. "Ik kwam 2 seconden te kort, maar de conditie was niet perfect, ik was nog wat vermoeid. Eind augustus hoop ik op nog een kans."
"Mijn ambitie? Dezelfde als alle andere atleten: deelnemen aan de Olympische Spelen. Mijn droom is om de Spelen van Tokio te halen en nadien die van Parijs. Beetje bij beetje kom ik er dichterbij, ik werk er heel hard voor."
"De echte maturiteit zal er misschien pas op mijn 26e zijn. Dan hoop ik meer ervaring te hebben op internationaal niveau."
"Het Belgische record op de 1.500 meter (van Veerle Dejaeghere) halen is wel mogelijk, al weet ik niet wanneer. Dejaeghere is een rolmodel voor mij geweest, al sinds ik klein was. Ik ben maar 70 hondersten verwijderd van haar record, we zullen wel zien wanneer het lukt."
Kobe Vleminckx: "Halve finales op de Spelen zou al mooi zijn"
Op datzelfde EK voor beloften in het Zweedse Gävle ging ook Kobe Vleminckx (21) met een medaille lopen. Op de 200 meter spurtte hij naar de tweede plek. Op de Nacht van de Atletiek mocht Vleminckx starten tussen de grote namen. "Het was tof om naast de Borlées te staan, al voelde ik me vrij relaxed."
"Na mijn zilveren medaille mag ik nu wel zeggen dat ik tot de Europese top behoor bij de beloftencategorie. Maar het is nog een serieuze stap om dat niveau bij de senioren te halen", klinkt het bij een nuchtere Vleminckx. "Maar we werken er rustig naar toe. Mijn bocht en topsnelheid zijn mijn sterke punten, maar het behouden van de topsnelheid op de rechte lijnen, dat is nog een groot werkpunt."
"Natuurlijk droomt iedereen van de Olympische Spelen. Dat zullen we stap per stap aanpakken. Nu ga ik eerst naar het EK in Parijs toewerken van volgend jaar. En dan zien we wel waar we geraken, het is nog een lange weg."
"De breedte in de 200 meter sprint is momenteel heel groot geworden", verklaart Vleminckx. "Ik denk dat het als blanke atleet moeilijk zal zijn om een finale te halen op de Olympische Spelen. Moest ik op de Spelen geraken, zou een halve finale toch al mooi zijn, een geschenk dat ze me niet meer kunnen afpakken."
Rudi Diels: "We mogen geloven dat er een nieuwe gouden generatie op komst is"
Rudi Diels traint onder anderen Paulien Couckuyt en ziet dat het goed is. "Het was een mooi kampioenschap, maar het was net iets meer dan we zelf hadden verwacht. Ze staat nog maar in het begin van het hele verhaal, er is nog veel progressie mogelijk. Mentaal is ze ook enorm gegroeid, ze durft ook uitspraken doen. En dat is heel belangrijk."
Het doel van Couckuyt is Parijs 2024. Is een medaille mogelijk? "De ervaring leert ons dat we op de goede weg zitten, dat het mogelijk is. De kwaliteit is er, dus mogen we zeker wel dromen."
We hebben de generatie Kim Gevaert-Tia Hellebaut gehad, de Borlées doen het nog steeds uitmuntend. Wat is er nog op komst? "Als ik kijk naar onze eigen disciplines, want ik ben kwaliteitsmanager sprint/horden, dan zijn we op de goede weg, er is toekomst. Laat ons vooruit kijken en erin geloven. Zoals elke discipline heb je wel ups en downs. We zijn nu eenmaal een klein land en we hebben geen grote vijver om uit te putten."
Diels kon Gevaert en co vroeger naar olympisch goud leiden. "Of ik nu opnieuw zulke goudhaantjes onder mijn hoede heb? Daar doen we het voor. Als we niet geloven dat we er medailles kunnen halen, kunnen we beter ander werk zoeken. Het talent is aanwezig, we mogen geloven dat er een nieuwe gouden generatie op komst is", aldus Diels.
