Wielerlegende Patrick Sercu heeft ons op 74-jarige leeftijd verlaten. Sercu was de beste baanwielrenner van zijn generatie, maar kon ook op de weg aardig uit de voeten. Hoogtepunten uit zijn carrière zijn de olympische titel in Tokio, zijn 88 zesdaagsezeges en zijn groene trui in de Tour.
Patrick Sercu (1944-2019)
Olympisch kampioen op zijn 20e
Patrick Sercu wordt door zijn vader Albert, zelf ook een succesvol renner, op jonge leeftijd richting de piste geduwd. "Hij was bang dat ik mij op de weg te snel kapot zou rijden", zei Sercu daar zelf over.
Met zijn snelle benen was Sercu ook geboren voor het explosieve werk op de piste. Op zijn 19e werd hij in Rocourt, bij Luik, wereldkampioen sprint bij de amateurs.
Een jaar later veroverde de nog altijd piepjonge Sercu goud op de kilometer in Tokio, zijn enige deelname aan de Spelen aangezien toen enkel amateurs mochten meedoen aan de wieleronderdelen.
Recordhouder zesdaagses
Na de Olympische Spelen lonkten het profbestaan en ook steeds vaker de weg voor Sercu. Superploeg Solo-Superia, met ook nog Merckx, Van Looy en Van Steenbergen, haalde de West-Vlaming binnen.
Terwijl hij op de weg zijn kracht en snelheid nog te weinig kwijtgeraakte, lukte dat op de piste steeds beter. Tussen 1965 en 1969 veroverde hij nog 2 keer goud en 2 keer zilver op het WK sprint, telkens na een duel met zijn Italiaanse rivaal Beghetto.
Ook in de Zesdaagse was het meteen raak. Met Eddy Merckx aan zijn zijde won hij in 1965 zijn eerste van 11 zesdaagses in Gent. Tot begin jaren 80 zou Sercu de ongekroonde koning van de zesdaagse blijven.
Met 88 eindoverwinningen voert Sercu de eeuwige ranglijst aan. "Het is de schuld van Merckx dat dat er niet meer waren", zei hij later schertsend. Merckx kon door zijn drukke programma immers geen volledig winterprogramma rijden.
Dan toch succes op de weg
Geleidelijk aan begon Sercu ook op de weg steeds beter zijn draai te vinden. In 1970 reed hij zijn eerste grote ronde, de Giro, en stak hij meteen een eerste ritzege op zak. Er zouden de jaren daarna nog 12 ritzeges in de Italiaanse ronde volgen.
Midden jaren 70 was Sercu uitgegroeid tot een van de meest gereputeerde sprinters van het peloton. Bij zijn eerste deelname aan de Tour kaapte hij 3 ritten én de groene trui weg. 3 jaar later zou hij zijn totaal in de Tour op 6 ritzeges brengen.
Na zijn carrière bleef Sercu betrokken bij de sport van zijn hart, vooral dan als organisator van zesdaagses. Tot op late leeftijd bleef hij de bezieler van de Zesdaagse van Gent. "Hij zou in juni 75 jaar worden. Zijn gezondheid was al enkele jaren onstabiel en was de laatste weken fel achteruitgegaan", meldt zijn familie.
Steekkaart Patrick Sercu
Geboortedatum: 27 juni 1944
Geboorteplaats: Roeselare
Teams:
1964-1967 Solo Superia
1968-1969 Faema
1970-1972 Dreher
1973-1976 Brooklyn
1977 Fiat France
1978-1980 Marc Zeepcentrale
1981-1983 IWC-Imex
Palmares:
Piste
- olympische kampioen kilometer (1964)
- wereldkampioen sprint (1963 (amateurs), 1967 en 1968
- 88 overwinningen in Zesdaagses (record)
Weg
- 6 ritzeges in de Tour, groene trui in 1974
- 13 ritzeges in de Giro
- ereplaatsen in alle voorjaarskoersen