Spring naar de inhoud

Ook wielrenners trainen meer en meer hun hersenen: om sneller te reageren, om efficiënt te blijven trappen en om vermoeidheid beter te weerstaan

Ook wielrenners trainen meer en meer hun hersenen: om sneller te reageren, om efficiënt te blijven trappen en om vermoeidheid beter te weerstaan
 za 18 januari 2025 11:30
sprint
Sprinters moeten in en split second beslissingen nemen. Cognitieve training helpt hen daarbij.

Om valpartijen te vermijden gaat wielerploeg Visma-Lease a Bike aan de slag met cognitieve testen en cognitieve training. Op die manier zullen hun renners sneller kunnen reageren in stress-situaties. "En ze kunnen een hoger wattage leveren op een col of tijdens tijdritten, omdat cognitieve training het vermogen van de hersenen verbetert om inspanning en vermoeidheid te beheersen", vertelt high performance coach en specialist Bram Swinnen.

Wat is cognitieve training?

Cognitieve training staat ook bekend als hersentraining. Sporters trainen hun vaardigheden om sneller te denken, om sneller en juistere beslissingen te maken en om efficiënt te blijven bewegen.

 

Bram Swinnen is specialist in geïntegreerde cognitieve training. "Die vaardigheden trainen we duaal, in combinatie met de sport van de atleet", legt hij uit.

 

Als specialist geïntegreerde cognitieve training werkt hij samen met teamsporters zoals Nederlands voetbalinternational Stefan de Vrij.

"Terwijl hij ballen aangespeeld krijgt, moet hij reageren op flikkerende lampjes", verduidelijkt Bram Swinnen.

 

"Elke kleur vereist een andere actie. Passen met links, passen met rechts, de bal met links controleren en passen met rechts, volleren, op doel schieten, ... En dat met een hoog tempo."


Met succes. Swinnen: "De Vrij voelt dat hij een betere voetballer is geworden door de cognitieve training. Hij kan sneller denken en sneller ballen inspelen."

Waarom is het interessant voor wielrenners?

Fietsen blijft de belangrijkste training van wielrenners, maar daarnaast voeren ze ook andere oefeningen uit. Denk maar aan krachttraining of core stability om stevig op je fiets te zitten.


De laatste jaren maakt cognitieve training zijn intrede in het wielrennen. Die trend komt overgewaaid uit team- en motorsporten en vindt nu ook ingang bij duursporten zoals wielrennen.

 

Sprinters hebben er sowieso baat bij. Zij moeten in een mum van tijd een hoop prikkels verwerken en beslissingen nemen.

 

"Na uren koersen gaat de intensiteit plots flink de hoogte in richting de finish", zegt Bram Swinnen.

 

"Op een kleine oppervlakte met veel renners, waarin van alles gebeurt in een fractie van een seconde."

 

"En die kan een enorm negatieve impact hebben op je beweging. Vermoeidheid en die complexe omgeving maken je minder efficiënt."

Een sprinter zal sneller kunnen beslissen in een complexe omgeving van een massasprint. En het verbetert de coördinatie van de spieren om efficiënt te blijven bewegen of kracht te produceren.

Bram Swinnen

Om toch optimaal te presteren in zulke situaties, gaan ook wielrenners aan de slag met cognitieve training.


Bram Swinnen: "Ook op een duale manier, best op het einde van een training wanneer een renner vermoeid is. Terwijl hij aan het fietsen is, laat je hem nadenken door bijvoorbeeld rekensommen op te lossen of dingen te onthouden en te herhalen."


"Op die manier zal een renner sneller kunnen beslissen in een complexe omgeving van een massasprint. En het verbetert de coördinatie van de spieren om efficiënt te blijven trappen."


De technologie helpt ook een handje. "Sprinters kunnen aan de slag met VR-brillen", weet Swinnen uit ervaring.


"En in de toekomst zal aangevulde realiteit of AR ook een rol spelen in cognitieve training. Met behulp van een bril bijvoorbeeld worden elementen live toegevoegd aan de realiteit, elementen waar de sprinters op moeten reageren. Op die manier simuleren ze de complexe omgeving van een sprint."

Ook voor klimmers en tijdrijders

Niet alleen sprinters hebben baat bij cognitieve training, ook klimmers, tijdrijders en klassementsrenners doen er hun voordeel mee.

 

"Enkele studies zijn veelbelovend", weet Bram Swinnen. "Wielrenners die na hun klassieke training nog 20 tot 30 minuten fietsen in combinatie met hersenoefeningen, zullen ook hun uithouding aanscherpen. Omdat dit een significant effect heeft op de cortex cingularis anterior."

 

"Dat is een gebied in je hersenen dat een belangrijke rol speelt in het reguleren van inspanning, emoties en besluitvormingsprocessen en je aanspoort om te stoppen met een zware, intense activiteit."

 

"Met cognitieve training verbetert het vermogen van de hersenen om inspanning en vermoeidheid te reguleren door contraproductieve impulsen beter te onderdrukken. Dit stelt wielrenners in staat de mentale drang om te vertragen tijdens zware inspanningen beter te weerstaan."

 

"Dankzij cognitieve training kan de cortex cingularis anterior mentale en fysieke vermoeidheid effectiever beheersen, waardoor renners op een hoger niveau kunnen presteren met een verminderd gevoel van inspanning."

Lennert Van Eetvelt en Remco Evenepoel
Klimmer Lennert Van Eetvelt in het spoor van Remco Evenepoel.

En om valpartijen te vermijden

Sprinters moeten in een split second reageren op een complexe situatie, hetzelfde geldt voor renners die de controle over hun fiets of over de situatie dreigen te verliezen.

 

"Met geïntegreerde cognitieve training is het de bedoeling om het werkgeheugen van een renner te vergroten", legt Bram Swinnen uit.

 

"Hoe groter de capaciteit van je werkgeheugen, hoe gerichter je de juiste beslissing kan nemen en hoe beter je coördinatie blijft om een valpartij te vermijden. Omdat je met cognitieve training veel meer prikkels kan verwerken en sneller en juister kan beslissen."

 

Al blijft een portie pech nooit uit te sluiten in een risicovolle sport als wielrennen.