Onder leiding van de nieuwe bondscoach Ingmar van Riel zijn de Belgische shorttrackers maandag afgereisd naar Montreal, waar komend weekend de eerste Wereldbekerwedstrijden van het seizoen worden gehouden. Van Riel kwam bij het vertrek nog eens terug op de financiële malaise bij de Belgische schaatsfederatie KBSF.
Met internationale toppers Hanne en Stijn Desmet die in Heerenveen verblijven, gaat de aandacht van Ingmar van Riel vooral uit naar de aflossingsploegen. In Montreal komt een Belgisch mannenkwartet en een gemengde ploeg aan de start.
Het doel van Van Riel is dat België op deze onderdelen bij de Olympische Spelen van 2026 zal deelnemen. Of hij dat zelf zal meemaken, is niet zeker. De opvolger van Pieter Gysel heeft een contract voor een jaar.
"Top 5 in de wereld en top 3 in Europa", is het perspectief dat Van Riel voor ogen heeft. Ervan uitgaande dat Stijn Desmet zeker en Hanne Desmet mogelijk nog 4 jaar meegaan en dat het niveau van de schaatsers in Hasselt stevig omhoog gaat, verklaarde hij. Daarom is het erg belangrijk dat de schaatsers uit Hasselt veel internationale ervaring opdoen.
Wat dat betreft zit het Van Riel niet mee. Na de races in Montreal moeten Tineke den Dulk, Ward Pétré, Rino Vanhooren, Adriaan Dewagtere, Warre Van Damme en Enzo Proost immers naar huis terugkeren, terwijl broer en zus Desmet de wedstrijdenreeks een week later in Salt Lake City voortzetten.
Van Riel: "Het is bijzonder spijtig dat de KBSF geen geld heeft. Helaas is er ook geen geld voor een busje om naar wedstrijden in Europa te rijden. Dat is een grote wens van mij."
De Nederlander heeft bij België al wel wat jong talent gezien. "Ik heb al tieners gezien die ver kunnen reiken." De schaatsers in Hasselt trainen 6 dagen in de week, twee keer per dag. Om half acht in de ochtend staan ze op het ijs.