De Turkse voetballer Arda Turan houdt het voor bekeken. De 35-jarige middenvelder scheerde hoge toppen bij Galatasaray, Atletico Madrid en FC Barcelona, waarna hij terugkeerde naar zijn vaderland. Hij was ook jarenlang aanvoerder van de Turkse nationale ploeg.
Turan brak halverwege de jaren 2000 volledig door in eigen land bij topclub Galatasaray. In 2011 werd hij door Atletico Madrid weggeplukt. Hij veroverde er een vaste stek op het middenveld en zou in 2013 La Liga winnen.
Een jaar later schopte Turan het met Atletico tot in de finale van de Champions League, stadsgenoot Real Madrid was toen net te sterk na verlengingen.
Na vier succesvolle seizoenen bij Atletico trok Turan in 2015 naar FC Barcelona. Hij zou er nooit basisspeler worden, maar liet zich wel opmerken in de Champions League. Hij maakte in zijn tweede seizoen bij de Catalaanse topclub een hattrick en werd zo de zesde speler die dat lukte voor de club. Zijn illustere voorgangers: Ronaldinho, Rivaldo, Samuel Eto'o, Messi en Neymar.
Na zijn avontuur bij Barcelona trok Turan terug naar eigen land naar Basaksehir en Galatasaray. In 2018 liet hij zich op een negatieve manier opmerken door in de Süper Lïg een schorsing van 16 wedstrijden te krijgen na een aanval op de assistent-scheidsrechter.
Turan verzamelde tussen 2006 en 2017 ook exact 100 caps voor de Turkse nationale ploeg en droeg lang de aanvoerdersband. Hij werd met Turkije verrassend derde op het EK van 2008 en scoorde twee keer in dat toernooi.