Wout van Aert en Tadej Pogacar toonden - elk op andere bodem - dat ze topfavorieten zijn voor de komende klassiekers. Van Aert klom fenomenaal in Parijs-Nice, wat hem kan helpen Pogacar te volgen. Maar gaat dat ten koste van zijn sprintsnelheid? Een wapen waar Van Aert al veel koersen mee naar zijn hand zette.
Slovenië andermaal boven afgelopen weekend, want zowel de eindzege in Parijs-Nice als Tirreno-Adriatico was een prooi voor een Sloveen.
En toch. Op basis van wat we zagen, verwachten we de volgende weken in de klassiekers een ander duel. Een duel België - Slovenië. Hoe kan Wout van Aert in de klassiekers alleskunner Tadej Pogacar kloppen, vroegen Renaat Schotte en Wim De Coninck zich af in onze podcast De Tribune.
Het goede nieuws: Wout van Aert heeft zich in Parijs-Nice aan zijn plan gehouden en zichzelf niet kapot gereden. "Vorig jaar deed hij dat wel in de Tirreno en dat was dan de verklaring voor wat minder zijn in de Ronde van Vlaanderen", herinnert Renaat Schotte ons.
Nog uitstekend nieuws voor Van Aert. Hij was op de slotdag indrukwekkend in Parijs-Nice. "Misschien wel indrukwekkender dan toen hij zelf de rit won die twee keer over de Mont Ventoux ging in de Tour", vindt Wim De Coninck.
Klimvermogen of sprintvermogen om Pogacar te kloppen?
Vooral door de duur van de inspanning, dat Van Aert tussen de tenoren reed in plaats van in een kopgroep en door de steilheid van de laatste klim in Parijs-Nice, was zijn inspanning voor kopman Roglic heel straf.
"Meer klimvermogen kan hem van pas komen om de volgende weken het geweld van Pogacar te volgen" denkt Renaat Schotte.
Van Aert bewees in elk geval dat hij wellicht beter klimt dan ooit, maar daar betaalt hij mogelijk wel een prijs voor. Hij werd in de koers naar de zon in de sprint twee keer geklopt door Mads Pedersen.
"Moet hij toch niet vooral zijn sprintsnelheid als belangrijkste wapen behouden?", vroeg Wim De Coninck zich af.
Op de Spelen, in de Amstel of in de Ronde, als Van Aert in een klein groepje naar de finish gaat, is het vaak nipt.
"We hebben het gezien op de Olympische Spelen (tegen Pogacar), in de Ronde (tegen Van der Poel), in de Amstel (tegen Pidcock), als Wout van Aert met een kleine groep naar de finish gaat, dan is het vaak nipt en wordt hij soms geklopt", gaat De Coninck verder.
"Massasprints kan hij winnen, maar in een klein groepje lijkt het soms moeilijker."
"De sprint op de Spelen in Tokio tegen Pogacar was nipt voor Van Aert. Al begon hij daar wel op kop en had hij al veel kilometers op kop moeten sleuren."