Bobslee is altijd een van de spectaculairste disciplines op de Olympische Winterspelen, waar liefhebbers van snelheid hun hartje kunnen ophalen. Wat moet je allemaal weten over het bobsleeën, wie zijn de favorieten en welke Belgen doen er mee? Lees het hier in onze olympische bobsleegids.
Wat is bobslee?
In het bobsleeën glijden de deelnemers in een bestuurbare slee, die voorzien is van twee ijzers, over een bochtig parcours naar beneden in een bobsleebaan.
De bobslee is onderworpen aan allerlei technische vereisten en kan topsnelheden halen tot zo'n 130 kilometer per uur.
Bobsleeën was er al bij op de allereerste Olympische Winterspelen in Chamonix 1924, toen enkel nog met een vijfmansbob bij de mannen. Intussen staat er een tweemansbob bij de vrouwen en een viermansbob op het olympische programma, zowel bij de mannen als de vrouwen. Nieuw dit jaar is de monobob bij de vrouwen.
Een race op de Spelen is verdeeld in 4 heats, telkens 2 heats per dag. De bobslee wordt in gang geduwd waarna de atleten in de slee springen en in razende vaart naar beneden zoeven.
Wie vooraan zit, is de stuurman en bestuurt de slee, wie achteraan zit, bedient de rem en moet ervoor zorgen dat de bobslee na de finish tijdig tot stilstand komt. Het team dat na 4 heats de snelste totaaltijd heeft, is de winnaar.
Waar vindt het plaats?
Het bobsleeën in Peking gebeurt in Yanqing, ten noordwesten van de stad. De bobsleebaan is speciaal aangelegd voor deze Winterspelen. Het is de eerste bobsleebaan in China.
De baan is in totaal 1.975 meter lang, de lengte voor competities bedraagt 1.615 meter. Tussen start en finish ligt een hoogteverschil van 127 meter en zijn er 16 bochten. De maximale hellingsgraad is 18%, gemiddeld gaat het met 6% naar omlaag.
Het Yanqing National Sliding Centre is naast het bobsleeën ook nog het decor voor rodelen en skeleton. Er zijn zo'n 2.000 zitjes voor toeschouwers en ook ruim 8.000 staanplaatsen.
Wie zijn de favorieten?
Traditioneel zijn het de klassieke wintersportlanden die uitblinken in het bobsleeën: Duitsland, Zwitserland, de VS, Canada en Italië vormen de top 5 van landen met het meeste olympische medailles in het bobsleeën.
Overigens telt ook België 2 olympische bobsleemedailles: in 1924 was er brons voor de Belgische vijfmansbob in Chamonix. 24 jaar later deed België nog beter met zilver in de viermanbsbob op de Winterspelen van 1948 in Sankt Moritz.
In Peking is het bij de mannen onder meer uitkijken naar de Duitser Francesco Friedrich, die in 2018 goud pakte in de twee- en de viermansbob en dat dit jaar hoopt over te doen. Concurrentie komt onder meer uit eigen land, van Johannes Lochner. Ook de Canadees Justin Kripps is een gevaarlijke klant.
Bij de vrouwen is Kaillie Humphries de grote naam in het bobsleeën. Humphries telt al 2 olympische titels, op de vorige Spelen moest ze vrede nemen met brons. Opvallend: Humphries is een Canadese, maar komt sinds 2019 uit voor de Verenigde Staten.
De concurrentie van komt van onder anderen de Duitse Laura Nolte, die ook tot de favorieten behoort in de monobob.
De Belgen
België wordt in Peking vertegenwoordigd door de Belgian Bullets, de bijnaam van de Belgische bobsleevrouwen Ann Vannieuwenhuyse en Sara Aerts. Vannieuwenhuyse is de stuurvrouw, remster Aerts heeft een verleden in de atletiek als meerkampster.
De Belgian Bullets konden zich pas op de valreep plaatsen voor Peking, maar ambiëren desalniettemin een plaats in de top 10. Op de technisch uitdagende baan moet Vannieuwenhuyse haar stuurmanskunsten ten volle kunnen etaleren.