Barcelona viert eerste landstitel sinds 2019 na klinkende zege bij stadsgenoot Espanyol

Uitgerekend op het veld van de aartsrivaal uit eigen stad.

Na de 1-0-nederlaag van Atlético Madrid bij Elche, kon Barcelona zich vanavond voor een 27e keer tot landskampioen kronen. De bezoekers lieten er dan ook geen gras over groeien.

Robert Lewandowski prikte al snel zijn 20e treffer van het seizoen tegen de touwen. De aangever van dienst, Alejandro Balde, had enkele minuten later zelf trek in een goal en leverde een knap exemplaar af.

Wanneer de Poolse spits nog voor rust de 0-3 in doel schoof, had Espanyol begrepen dat de titel naar de stadsgenoot zou gaan.

De thuisfans werden muisstil.

De ene wikkelde een sjaal voor de ogen, een andere liet de tranen de vrije loop. Dat uitgerekend Barcelona op hun grasmat de titel zou vieren, deed pijn. Net als de vierde treffer op naam van Koundé, na een knappe assist van De Jong.

Korte opflakkeringen gonsden door het stadion wanneer Puado de eerredder over Ter Stegen lobde en de Duitse keeper een tweede tegengoal slikte in de slotseconden. Al zal dat in de geschiedenis van La Liga geklasseerd worden als voetnoot.

Xavi bezorgt zijn club een eerste titel in het post-Messi tijdperk. De hegemonie van die andere rivalen uit de hoofdstad, Real en Atlético, is doorbroken.