Wat hebben we in de wegritten tot nu toe geleerd? Dat de laatste rechte lijn zich niet leent tot een "gewone" sprint. De voorbije dagen zagen we dat heel wat rasechte snelle mannen en vrouwen niet uit het zadel geraakten op het hellende vlak. "Het ziet er een glad wegdek uit, maar het bolt er voor geen meter", legt Cian Uijtdebroeks uit.
- "Het was meer kruipen dan sprinten", vertelde Thibau Nys
- Lotte Kopecky geraakte er niet meer uit het zadel
- En ook Marianne Vos, dé spurtbom van het vrouwelijke peloton, liet zich er verrassen
Als de voorbije wedstrijden ons iets geleerd hebben, dan is het dat de aankomststrook in Leuven niet te onderschatten is.
In de studio van Vive le Vélo kwam ervaringsdeskundige Cian Uijtdebroeks, die er zelf gereden heeft tijdens de juniorenwedstrijd, met wat inside information over de "loodzware" laatste rechte lijn.
"De strook naar de finish is bijzonder zwaar. Het loopt er echt serieus omhoog. Je kan het geen klim noemen, maar met die wind op je neus is het harken om de top te ronden. Het lijkt een zeer mooie geasfalteerde weg, maar het bolt er voor geen meter."
Het is echt een aankomst voor de krachtige sprinters
Toeval wil dat er in onze Belgische selectie een renner rondrijdt met een patent op puncher-aankomsten.
Hallo, Wout van Aert!
Een gouden tip van Uijtdebroeks voor WVA:
Cian Uijtdebroeks had ook nog een ultieme tip in pacht om een Vos-scenario te vermijden. Spits uw oren Wout van Aert en co:
Simpel: "Je moet links zitten in de laatste bocht", legt Uijtdebroeks uit.
Zo heeft Zoe Backstedt de regenboogtrui bij de vrouwelijke junioren ook gewonnen: "Ze duwde Kaia Schmid helemaal naar de rechterkant. Slim, want de laatste bocht draait wat naar links. Eenmaal halverwege de draai, kon ze dan gezwind insnijden naar de binnenkant."
Herbekijk het volledige fragment uit Vive le Vélo:
