Nu het voorjaar achter de rug is, nemen de toprenners rust. "Wout en Mathieu hebben nochtans maar 14 koersjes gereden, daar kan je niet kapot van zijn. Maar het is de druk die het zo zwaar maakt", zegt Adrie van der Poel.
"Pidcock is de man van het voorjaar"
Wie was volgens Adrie van der Poel de man van het voorjaar? "Voor mij is dat Pidcock", zegt vader Van der Poel.
"Niet zozeer door zijn resultaten. Maar tijdens zijn eerste voorjaar heeft Pidcock de grote wedstrijden mee gedomineerd en viel hij aan."
"Als je puur naar de resultaten kijkt, dan zijn er volgens mij 2 grote mannen dit voorjaar: Tadej Pogacar en Wout van Aert."
En wat dan met Asgreen, winnaar van de Ronde en de E3 SaxoBank Classic in Harelbeke? "Asgreen heeft uiteindelijk maar 3 koersen goed gereden."
De Grote Drie of Vier? Ploegen beginnen alsmaar meer tegen die toprenners. Ze doen wel iets uitzonderlijks, maar daar doe je de rest tekort mee
Van der Poel is wel geen fan van de term "de Grote Drie" of "de Grote Vier" met Pogacar erbij).
"Je ziet dat de ploegen meer en meer tegen die "Grote Drie" gaan rijden. “Jullie zijn de Grote Drie, zoek het maar lekker uit”, zie je die andere ploegen denken."
"Als er in de klassiekers ontsnappingen waren, zag je altijd 3 ploegen op kop rijden in het peloton: Alpecin-Fenix, Deceuninck-Quick Step en Jumbo-Visma. De rest zat gewoon in het wiel."
"Die 3 jongens (Alaphilippe, Van Aert en Van der Poel) doen iets uitzonderlijks, maar daar doe je de rest tekort mee."
"Daarom kon ik in Milaan-Sanremo ook genieten van de zege van Jasper Stuyven. Mensen zeggen dan: “Hij heeft geluk gehad.” Maar dat is niet zo. Als je niet mee bent, dan kan je niet winnen. Stuyven zat daar en heeft optimaal gebruik maakt van de situatie."
"Heel voorzichtig omgaan met het mentale bij toprenners"
Adrie van der Poel maakt zich wel zorgen over de mentale belasting van die toprenners.
"Roglic en Pogacar hebben het meest gekoerst dit voorjaar, maar dat gaat dan om 20 koersjes. Wout van Aert en Mathieu hebben er maar 14 gereden. Daarna volgt dan een rustperiode."
"Fysiek kan je van 14 koersjes nochtans niet op zijn. Maar de druk waarmee dat type renners rondrijdt is wel gigantisch."
"Daags na een goede prestatie worden die toprenners al als topfavoriet gebombardeerd voor de volgende koers, terwijl dat vaak een wedstrijd is met andere renners en een ander parcours."
"Met het mentale moet deze lichting heel voorzichtig omgaan. Rustperiodes zijn noodzakelijk voor die renners als ze een lange carrière willen uitbouwen."
"Gisteren zei Alaphilippe na Luik-Bastenaken-Luik: “Nu mag ik lekker een weekje rusten.” Aan de manier waarop hij dat zei, zag je dat hij smachtte naar rust.
