Spring naar de inhoud

Dirk Demol: "Hincapie leek er in 2002 niet echt mee opgezet dat Boonen al zo goed was"

Dirk Demol: "Hincapie leek er in 2002 niet echt mee opgezet dat Boonen al zo goed was"
 zo 12 april 2020 08:35
De 21-jarige Tom Boonen neemt kopman Hincapie op sleeptouw in Parijs-Roubaix 2002.
De 21-jarige Tom Boonen neemt kopman Hincapie op sleeptouw in Parijs-Roubaix 2002.

Deze namiddag om 14.30u schotelen we jullie Parijs-Roubaix uit 2002 voor. Tijdens de triomftocht van Johan Museeuw leerde het grote publiek de piepjonge Tom Boonen kennen. Boonens toenmalige ploegleider bij US Postal Dirk Demol (die zelf Parijs-Roubaix won in 1988) blikt voor ons terug op de editie van 2002.

Demol: "Tom voelde de koers al heel snel aan"

"Sterk? Boonen is beresterk", zei George Hincapie na de 1e rit van de Ronde van de Algarve in 2002. Tom was toen neoprof en had al in zijn 1e koers van het jaar indruk gemaakt.

 

Ik heb Tom leren kennen in 1996, tijdens een juniorenwedstrijd in Kortrijk. Ik was meteen weg van zijn "coup de pédale", zo klein en soepel dat hij trapte. 

 

Nadat ik Tom enkele jaren onder mijn hoede had bij de Kortrijkse Groeningespurters, werd hij in 2002 prof bij US Postal. Ik was opnieuw zijn ploegleider en Tom wist dat George Hincapie de uitgesproken kopman was voor de klassiekers.

 

Maar wat goed is, komt snel. Tom eindigde 7e in Kuurne-Brussel-Kuurne, 7e in de Driedaagse van De Panne-Koksijde en 7e in Gent-Wevelgem. En dat op 21-jarige leeftijd. Ik wist dat hij een heel grote zou worden.

 

De avond voor Parijs-Roubaix heb ik Tom ingefluisterd dat de kans groot was dat er een omvangrijke groep zou wegrijden in de beginfase en dat hij moest meegaan. Dat moest je Tom geen 2 keer zeggen. Hij had al op jonge leeftijd koersinzicht.

Tom Boonen zat in de vroege vlucht van Parijs-Roubaix 2002.
Tom Boonen zat in de vroege vlucht van Parijs-Roubaix 2002.

"Grootste ontgoocheling is dat we Tom kwijtgeraakt zijn"

Na 10 kilometer glipte Tom mee in een kopgroep van 33 renners. Dat was het ideale scenario in die Parijs-Roubaix, want Tom moest voorin geen meter op kop rijden. Was hij in het peloton gebleven, dan had hij voor iedere kasseistrook moeten werken en vechten om zich met Hincapie te positioneren.

 

Na 200 kilometer zag ik dat Boonen nog niet à bloc zat, terwijl Hincapie niet zijn beste dag had.

 

In de ploegauto kreeg Johan Bruyneel een telefoontje van Lance Armstrong, die onder de indruk was van zijn jonge Belgische ploegmaat. Armstrong leefde enorm mee vanuit de VS: "Wat maken we hier mee? Boonen ziet er nog goed uit! Hij kan nog ver geraken in deze Parijs-Roubaix", zei Armstrong enthousiast.

 

Na afloop merkten we dat George Hincapie er niet echt mee opgezet was dat Boonen al zo goed was in de Hel. Hincapie was al jaren de absolute kopman en plots kwam een jonge snaak furore maken in een van zijn droomkoersen.

 

Tom voelde niet veel steun van de Amerikanen binnen US Postal. Uiteindelijk heeft de ploeg toen veel te lang gewacht om zijn contract open te breken. Zo zijn we Tom een jaar later kwijtgeraakt (aan Quick Step). Dat was de grootste ontgoocheling uit mijn ploegleiderscarrière.
 

Maar de band tussen Tom en mij bleef goed. Bij iedere wedstrijd die hij won, was ik zelf ook blij. Tom is jaren een concurrent geweest van Fabian Cancellara, die ik onder mijn hoede had. Maar het wederzijdse respect is altijd blijven bestaan tussen ons. Dat typeert Tom.

Dirk Demol.

Dirk Demol  met Tom Boonen en Paolo Bettini op het gala van de Flandrien in 2004.
Dirk Demol met Tom Boonen en Paolo Bettini op het gala van de Flandrien in 2004.