Twee sport-omnivoren waren deze week te gast in aflevering 15 van De Tribune. Luc Kempen, de man achter onder meer Belga Sport, en Sporza-journalist Maarten Vangramberen bespraken de meest brandende sportactualiteit.
In deze aflevering hoort u ook:
- Waarom Luc Kempen tegenwoordig liever naar matchen van Sjachtjor Donjetsk, dan van Lionel Messi kijkt.
- Dat er ophef is ontstaan over 44 pagina's over Marieke Vervoort in de New York Times.
- Een uitleg op mensenmaat waarom Vincent Kompany en zoveel andere voetballers zo vaak geblesseerd raken aan de hamstrings door "dokter" Vangramberen.
- Dat Remco Evenepoel rondrijdt met een witte bolide met gepersonaliseerde nummerplaat.
- Een antwoord op de vraag of 10 Belgische medailles op de Olympische Spelen realistisch zijn? En wie daar dan voor moeten zorgen?
“Evenepoel tussen Merckx en Boonen was een plaatje voor de eeuwigheid”
Met zijn 19 lentes op de teller kroonde Remco Evenepoel zich vorige week tot jongste winnaar van de Kristallen Fiets. Hij imponeert niet alleen met zijn overwinningen in de Clasica San Sebastian en de Baloise Belgium Tour, ook zijn persoonlijkheid speelt mee.
"Ik was in de zaal tijdens het gala van de Kristallen Fiets en je ziet zijn zelfbewustzijn, groeien met de tijd, zonder dat het op dit moment de spuigaten uitloopt", vertelt Luc Kempen.
"Hij houdt daar een speech van vijf minuten en zijn woorden vallen mooi in de plooi en hij gebruikt goeie vergelijkingen. Evenepoel stond daar tussen Merckx en Boonen, alleen dat was al een plaatje voor de eeuwigheid."
"Ik had zeker verwacht dat hij kon winnen en misschien heeft hij ook wel de trofee gekregen voor wat hij in de toekomst nog gaat winnen", was de mening van Maarten Vangramberen.
"Als je puur naar prestaties kijkt, dan denk ik dat wat Philippe Gilbert gedaan heeft in Parijs-Roubaix en wat Wout van Aert gedaan heeft door de hele wereldtop op te rollen in de Ronde van Frankrijk in de ploegentijdrit en de sprint, waar iedereen in topvorm was, nog iets hoger in te schatten is."
"Maar wat Luc zegt is zo waar. Je moet het talent, de benen en de motor hebben, maar bij Evenepoel staat er zo een onwaarschijnlijk sterke kop op. Ik was er bij toen hij zich vorig jaar in Innsbruck toonde aan de wereld met twee wereldtitels bij de
junioren. Hij moest dan live in het journaal bij ons, bij de collega’s van VTM, en werd overal naartoe getrokken."
"Voor hem was dat blijkbaar de normaalste zaak van de wereld. In het hotel ’s avonds zaten ook Wellens, Van Avermaet, Gilbert en hij stond daar rustig tussen, gaf die mannen een hand, deed een babbeltje. Zo een persoonlijkheid heeft hij. Frank Vandenbroucke was ook een supertalent, volgens dokter Yvan Van Mol zelfs een groter talent dan Valverde, maar daar stond geen hoofd op."