De alleenheerschappij van Mathieu van der Poel is Roger De Vlaeminck een doorn in het oog. De voormalige wieler- en veldritkampioen zegt dat de Nederlander meer aan het publiek moet denken en lanceert tegelijk een oproep: "Ik wil Wout van Aert trainen".
Bijna overal waar Mathieu van der Poel aan de start verschijnt, gaat de Nederlander met de prijzen lopen. Vanmiddag sprak Ruben Van Gucht voor de start van de Flandriencross in Hamme over deze materie met Roger De Vlaeminck, de wereldkampioen van 1975.
"Ik vind het heel jammer wat er allemaal gebeurt. Er komt niemand tot aan de enkels van Mathieu van der Poel, hij is veel te goed. Maar ik vind dat Van der Poel slimmer moet zijn, want er haken veel mensen af", zegt De Vlaeminck.
"Na 10 minuten heb je tegenwoordig alles gezien in het veldrijden. Het is het bekijken niet meer waard. Van der Poel is een echte Hollander die alles naar zich toe wil trekken, dat begrijp ik. Maar je kunt het ook mooi maken als je de beste bent. Want ik vind het niet meer mooi. Van der Poel maakt de sport een beetje kapot."
Van der Poel is een echte Hollander die alles naar zich toe wil trekken. Dat begrijp ik. Maar als je de beste bent, kun je het ook mooi maken. Dat gebeurt nu niet.
"Ik wil Van Aert trainen en leiden"
Grote uitdager en wereldkampioen Wout van Aert geeft dit seizoen nog niet echt thuis. Daar wil De Vlaeminck een mouw aan passen.
De Vlaeminck: "Ik heb met Wout van Aert gesproken en hem gezegd dat hij snelheid mist. Hij moet meer achter de brommer rijden. Rijd 50 of 60 km/u en ga dan eens naast die brommer rijden. De eerste keer kun je dat 20 meter, de keer erna 30 meter en zo drijf je dat op."
"Ik wil Van Aert trainen en leiden. Misschien is het voor dit jaar te laat, maar volgend seizoen kan dat zeker lukken. Ik ben er zeker van dat Van Aert terugkomt en dat Van der Poel hem dan niet meer losrijdt. Al moet Van Aert eerst wel van die contractbeslommeringen verlost zijn, want die spelen hem parten."
"Of ik het meen? Ja, ik wil dat zeker doen. Ik ben altijd voor de zwakkeren. Ik was destijds iets zwakker dan Eddy Merckx. Niet veel, maar ik heb me altijd aan hem opgetrokken. Als ik 23 of 24 was en tegen Van der Poel zou rijden, dan had ik hem geklopt."
