Een race vol problemen eindigde voor Max Verstappen in de pit lane. Met nog drie rondes te gaan in de Grote Prijs van Bahrein moest de wereldkampioen zijn kapotte Red Bull-auto in de garage parkeren, terwijl hij op weg was naar de tweede plaats. Ook met de strategie van zijn team had de Nederlander problemen.
Max Verstappen vocht in Bahrein aanvankelijk een knap duel uit met Charles Leclerc, maar op het einde ging het nog helemaal mis voor de wereldkampioen. Een haperende benzinepomp zorgde ervoor dat hij de finish van de eerste GP niet haalde.
"Het leek alsof er geen benzine meer naar de motor kwam. Hij sloeg af en toen was het klaar", zei Verstappen na de seizoensopener. "Het was sowieso een moeilijke wedstrijd, ik had niet de balans van vrijdag in de auto. Hij was heel moeilijk te rijden. En als ik een beetje wilde aanzetten, dan werden de remmen te warm en moest ik weer "'liften"."
Verstappen was over nog meer dingen ontevreden. "De strategie was ook niet helemaal top. Ik had twee keer na mijn pitstops de leiding kunnen nemen. Maar omdat ze me vertelden dat ik de eerste ronde na de stop rustig moest rijden, lukte dat niet. De volgende keer ga weer op mijn eigen gevoel af."
"Na de laatste pitsstop was er ook iets mis met het stuur. Normaal draait dat heel soepel, maar ik moest nu heel veel kracht zetten om er een beetje beweging in te krijgen. Hoe harder ik ging, hoe meer problemen ik had."
Verstappen had zich neergelegd bij de tweede plaats, tot het "noodlot" toesloeg. "Ik dacht: met deze problemen is tweede worden een super resultaat. Maar toen ging er iets mis met de benzinepomp. Je kan met iets heel kleins het kampioenschap verliezen. Dit zijn dure punten."