Dirk De Wolf: "Evenepoel is de sleutel in de laatste twee ronden van WK"

Na zijn Europese titel in Trento werd Thibau Nys op het WK bij de beloften knap zesde en dat als eerstejaars. Bij Dirk De Wolf wekte de prestatie bewondering op. “Het is fantastisch. Hij heeft de laatste weken echt indruk op mij gemaakt. Wat hij als 18-jarige laat zien, is klasse.”

“Op de laatste beklimming was hij nog 25e en in de voorlaatste bocht zat hij weer op zijn plaats. Dat is zijn stuurmanskunst, hij is een technisch fenomeen. Hij heeft inhoud en als hij rustig blijft groeien, zal hij een goede wegrenner worden.”

Eddy Planckaert merkte vooral de sprinterskwaliteiten van Nys op. “Hij is tenger, maar kan ongelofelijk spurten. Hij zit altijd goed. Het vat was nu op het WK leeg in de sprint, maar hij zat wel weer op de juiste positie. Laat hem nog wat groeien en hij wint die sprint op één been.”

De Belgische beloften misten de trein toen een groep van 9 renners wegreed. Een grote fout vindt Dirk De Wolf. “Dat mag niet gebeuren, ook zaterdag en zondag niet. Het is altijd makkelijk gezegd, maar Florian Vermeersch had mee moeten zijn. Dan had hij geen krachten hoeven te verspillen.”

“Als World Tour-renner had hij op het circuit in Leuven zeker nog een cartouche gehad. Nu moest hij alles opofferen om Nys nog in een goede stelling te brengen. Als hij mee was, dan had hij kans op een medaille.”

Het goud bij de beloften ging naar Filippo Baroncini, die ook bij de profs al opmerkelijke resultaten neerzette in het team van Trek-Segafredo. Philippe Gilbert betreurt dat profrenners ook nog mogen meekoersen bij de beloften.

“Zeker nu met de Covid-situatie van de voorbije 2 jaar. De jonge gasten zouden meer kansen moeten krijgen om kampioen te worden van hun categorie. Zo komen er ook meer kansen om profrenner te worden.”

De Wolf is het volmondig eens met Gilbert. “Beloften zijn beloften. Als je bij een World Tour-ploeg rijdt, dan moet je bij de profs meedoen. Remco Evenepoel had ook nog mee kunnen rijden met de beloften.”

De tweede plaats van de Eritreeër Biniam Girmay wekte dan weer veel enthousiasme los in Vive le Vélo. Ook bij Eddy Planckaert. “Dat is zo’n mooie evolutie voor de wielersport. Er zitten zulke goede atleten bij de Afrikaanse landen. Al zij de kneepjes onder knie krijgen, gaan we nog wat zien.”

Na de eerste WK-wegritten bij de junioren en de beloften vallen er al enkele lessen te trekken met het oog op zondag. De Wijnpers bleek de geliefde plek om het verschil te maken, zag ook De Wolf. “Wanneer is Alaphilippe vorig jaar weggereden? Het gebeurt altijd in de laatste ronde op een WK. Kijk naar de laatste WK’s, Sagan deed het zo, Gilbert ook.”

De vraag is wel of de Wijnpers selectief genoeg is voor een profpeloton, met ploegmaats die zich helemaal zullen leegrijden voor hun kopmannen. Gilbert denkt het wel. “Iedereen zit dan op zijn limiet. Zelfs al heb je nog 3 ploegmaten. Als ze à bloc zitten, kunnen ze geen gaten meer dichtrijden. Het hangt af van hoe er vooraf gekoerst zal worden.”

“Meerdere renners zullen het proberen op de Wijnpers”, denkt Planckaert. “Zeker ook Van der Poel, want dit is een parcours voor hem en hij kan het volhouden. Als ik Van Aert was, dan zette ik drie mannen rond mij en zorgde ik ervoor dat ik kon sprinten.”

“Veel zal afhangen van Remco Evenepoel, hij is de belangrijkste pion voor Van Aert”, pikt De Wolf in. “Als hij heel goed is en bij Van Aert blijft, dan kan hij in de finale nog veel doen. Remco is voor mij de sleutel in de laatste 2 ronden, hij kan een ronde op kop rijden en moet de opening maken voor Van Aert. Wout kan met 15 of 20 man naar de finish rijden.”

Ook het ploegenspel kan zondag een rol spelen. Als Kasper Asgreen zondag aanvalt, dan gaat Yves Lampaert zijn ploegmaat naar eigen zeggen halen. Eddy
Planckaert heeft er zijn twijfels bij. “Als Asgreen of Alaphilippe wegrijdt, denk je dan echt dat een ploegmaat dat gat zal dichtrijden met Van Aert? Ik geloof dat niet.”