"De kaart" in Vive la Vie haalt elke dag een Belgische ritwinnaar in de Tour voor de camera. Gisteren zocht Maarten Vangramberen Walter Planckaert op. Planckaert kende een haat-liefdeverhouding met de Tour, maar pakte in 1978 wel een "speciale overwinning" voor eigen publiek in Brussel.
Walter, de middelste van Planckaert-broers, reeg in de jaren '70 een knappe erelijst aan elkaar. Zo won hij onder meer de Ronde van Vlaanderen, de Amstel Gold Race en tweemaal Kuurne-Brussel-Kuurne. Het rondewerk was Planckaert minder op het lijf geschreven. Ook de Tour bleek niet bepaald een succesverhaal te zijn voor Planckaert.
Op 5 deelnames volgde ook 5 opgaves, al kende de snelle Planckaert in 1978 wel een hoogtepunt: een triomf voor eigen volk op de Heizel in Brussel. Op de aankomststrook voor het Heizelstadion vloerde hij ondere andere Freddy Maertens. Bij Maarten Vangramberen blikte Planckaert terug op die zege .
"Mijn ervaring met Pescheux hielp me in Brussel aan winst"
“Het was voor mij een speciale overwinning. Ik heb die te danken aan Jean-François Pescheux”, vertelt Planckaert. “Enkele maanden voordien moest ik met hem een sprinttest doen op de piste in Roubaix. Pescheux zei me dat hij moest winnen voor zijn supporters. We zouden een toneelstukje opvoeren ‘op zijn Frans’, waarbij hij me uiteindelijk dan moest kloppen met enkele centimeters.”
“Maar toen we aan de startlijn stonden schoot hij weg als een kanonskogel, à la Pélissier. Hij nam meteen 15 meter en we moesten amper twee rondjes rijden. Een mooie cinema was dat... Tijdens de massasprint in Brussel later dat jaar schoot Pescheux opnieuw weg, maar door mijn ervaring met hem wist ik dat ik snel moest reageren. Ik ging hem op 75 meter van de aankomst voorbij en won.”
5 opgaves op 5 deelnames: "Mijn achterwerk was te zwaar"
“Ik kon niet goed over de cols. Mijn achterwerk was te zwaar. Ik heb de Tour als renner nooit uitgereden, maar ook niet als ploegleider. Ik ben steeds het laatste rondje op de Champs-Elysées afgestapt. Ik wou altijd de sprint zien, dus liet ik een mécanicien verder rijden.”
Tegenwoordig gaat Walter Planckaert ook als "Wappie" door het leven. Vanwaar komt die bijnaam? “Dat komt door mijn kleinzoon Stan. Hij is een god voor mij en ik ook voor hem. Als grootvader moet je een troetelnaam hebben. Mijn dochter stelde eerst voor om mij ‘opa Koers’ te noemen, maar dat vond ik niks. Ik zit al lang genoeg in de koers. Dan ben ik zelf maar met Wappie op de proppen gekomen.”