Een contract verbreken om naar een andere ploeg te verhuizen zoals in het voetbal, is in de koers veeleer een uitzondering dan een gewoonte. Daarom dat de transfer van Cian Uijtdebroeks van Bora-Hansgrohe naar Jumbo-Visma zoveel stof doet opwaaien in de wielerwereld. Is een systeem met transfersommen in de toekomst onafwendbaar in de koers? Sporza Daily zocht het uit.
"Als ik in het voetbal zat, was ik nu rijk", liet Patrick Lefevere al meermaals optekenen.
"The Godfather" doelt daarmee op het feit dat hij al een fortuin had kunnen verdienen als er bij wielertransfers ook een transfersom zou gemoeid zijn.
In het wielrennen is een contract - in tegenstelling tot het voetbal - heilig. Renners wisselen normaal gezien enkel van ploeg als hun contract afloopt. Daarom dat de transfersaga rond Uijtdebroeks met argusogen bekeken wordt in de wielerwereld.
Is een systeem met transfersommen in de toekomst nog tegen te houden in de koers?
"Ik hoop het en ik denk ook niet dat we noodzakelijkerwijs op weg zijn naar een situatie zoals in het voetbal waar er echt met transfersommen wordt gewerkt", zegt Frank Hendrickx, hoogleraar aan de KU Leuven gespecialiseerd in arbeidsrecht en sportrecht.
"Als juristen stellen we ons grote vragen bij de heel hoge transfersommen in het voetbal, die helemaal los staan van de contractuele schade die andere partijen daarbij oplopen. Die hoge transfersommen zijn zeker juridisch gezien geen voorbeeld om over te nemen in het wielrennen."
Wielermakelaar Yannick Prévost, die onder meer Wout van Aert en Oliver Naesen in zijn portefeuille heeft, zou zo'n transfersysteem wel zien zitten.
"Ik ben er enigszins wel een voorstander van, omdat dat voor wielerteams een manier zou kunnen zijn om geld te genereren."
Maar voor een transfermarkt zoals in het voetbal moet er nog veel water naar de zee vloeien. "Er is daar in het wielrennen natuurlijk nog geen juridisch kader voor", zegt Prévost.
"En momenteel is er te weinig geld in omgang om zulke transfers te kunnen realiseren."
Toch wordt er ook in de wielerwereld al op kleinere schaal geld verdiend met wielertransfers. Want
de war on talent in de wielersport is ook een war on cashflow.
"Enkele ploegen geven jonge talentvolle renners een contract voor een arbeidsovereenkomst van
bijvoorbeeld vier jaar bijvoorbeeld. Na 2 of 3 jaar laten ze die jongeren dan gaan als ze doorbreken. En daar vragen die teams een beperkte fee voor", legt Prévost uit.
"Als dat allemaal kadert in het correcte kan daar zeker plaats voor zijn."
Maar over de grote transfersommen zoals in het voetbal is bij die fees geen sprake.
