Kubbing: 5 tips om op het volgende feest je broers en zussen te kloppen

Kubbing is een Zweeds spel dat wordt gespeeld op een terrein van 8 bij 5 meter. Er zijn 10 blokken (de Kubbs), 6 stokken en 1 koning. Je speelt met 2 teams van minstens 3 spelers. Het doel van het spel is om de koning om te gooien nadat alle blokken op het veld van de tegenstander zijn omgegooid. Het team dat dit als eerste doet, wint het spel.

 "Het is wel degelijk een sport", zegt Koen Mertens van De Dissers uit Heist-op-den-Berg. Zij organiseerden het voorbije weekend een toernooi waar de beste ploegen van het hele land naartoe kwamen. 

"Kubbing is misschien niet fysiek, maar verder heeft het alles om een sport te zijn. Teams spelen voor de winst in een competitie met een klassement. Uiteraard drinken sommigen daar graag een pintje bij, maar door de competitiviteit is dat toch een pak minder dan vroeger. We zien geen dronken teams meer, alles is professioneler."

"Van april tot september kun je elk weekend wel ergens aan een toernooi deelnemen. Een twaalftal toernooien wordt door de federatie geselecteerd. Daar kun je punten verdienen voor de algemene rangschikking. Het is dan ook logisch dat op die toernooien 75% van de ploegen een vaste waarde is. Een gelegenheidsteam zal binnen 10 minuten worden ingemaakt."

"Een goed team heeft minstens een goede blokkengooier. Sommige spelers zijn beter op korte afstand, de andere is beter op lang. Onderschat de kwaliteiten van iemand die goed is op kort niet. Daarvoor moet je vooral zorgen dat je meerdere blokken tegelijk omver kan gooien.  En sommigen zijn wat dat betreft trefzekerder."

Bij kubbing staan bij elk team 5 blokken op de achterlijn. Elk team probeert met 6 stokken de 5 blokken van de tegenstander omver te werpen. Iets wat niet gemakkelijk is, want er zit 8 meter tussen beide kanten van het veld. Stel dat elke poging toch raak is, mag er met de 6e stok naar de koning geworpen worden voor de eindzege.

"Maar dat gebeurt zelden", zegt Koen Mertens. "Meestal blijven er enkele niet omver geworpen blokken op de achterlijn staan. De blokken die wel omver geworpen zijn, moeten terug in het veld geworpen worden. Het andere team moet die veldblokken eerst omver werpen vooraleer het weer naar de achterlijn mag werpen."

"Een belangrijke tip daarbij is om de blokken zo kort mogelijk bij elkaar te gooien. En liefst zo dicht mogelijk in een hoek tegen de middenlijn. Op die manier kan de tegenstander de blokken niet ver genoeg uit elkaar zetten en heb je zelf zo min mogelijk stokken nodig om ze omver te werpen. En dus kan je sneller overgaan naar de achterlijn." 

"Voor het andere team geldt het omgekeerde. De spelers willen net vermijden dat de tegenstander de veldblokken omver werpt. Probeer de blokken zo ver mogelijk uit elkaar te zetten."

"Als dat niet kan, probeer dan een blokvorm te maken met een paar blokken. En zet er een paar apart, weg van die blokvorm. Zo heeft de tegenstander meer stokken nodig om ze omver te werpen."

"Om de veldblokken op het middenveld zo goed mogelijk weg te werpen, sta je best in lijn met het platte vlak van je blok. Die goede positie is cruciaal om een goede inslag te hebben."

"Als het blok ietwat schuin staat, ga dan in die lijn staat. Maar ook niet te ver, want dan wordt de werpafstand misschien te groot. Van het ene hoekpaaltje naar het middenpaaltje is meer dan 6 meter. Ik schuif zelf nooit verder op dan de koning."

"Het gaat hier om de worp van basislijn tot basislijn. Daarvoor laat je je stok best 180 graden draaien. Dat komt neer op een halve draai. Als je worp een beetje te kort is, dan heb je op deze manier nog de kans dat je stok doorschuift en het blok omwer veegt."

"Deze worp vergt wat oefening. Bij mooi weer oefen ik zeker 20 minuten per dag. Het is dus zeker niet alleen door te doen op wedstrijden dat ik de techniek verbeter."

"Vergeet tenslotte vooral niet te genieten van het spel. Uiteindelijk speel je altijd met familie of vrienden. Jezelf amuseren is het allerbelangrijkste."