De Commonwealth Games maken geen deel uit van onze sportcultuur, maar in de Angelsaksische wereld leeft het multisportevenement wel. Al lijken de Gemenebestspelen met uitsterven bedreigd. Waarom is er geen gaststad om bij de volgende editie in 2026 te landen? Sporza Daily legt de pijnpunten bloot.
De Commonwealth Games worden al sinds 1930 vierjaarlijks georganiseerd. "De Commonwealth is een verzameling van landen en overzeese gebieden die tot het Britse rijk hebben behoord", legt Sporza-journalist David Naert de geschiedenis beknopt uit.
"Al zijn het niet uitsluitend Angelsaksische landen, want ook een voormalige Belgische kolonie als Rwanda maakt er vreemd genoeg deel vanuit. Je kunt die verzameling landen dus niet eenduidig definiëren."
Het evenement heeft "een wat vreemde smaak door het koloniale verleden" en ook de waarde brokkelde de jongste jaren meer en meer af.
"Sportief stelt het al een tijdje minder voor. Kijk naar de atletiekcompetitie, die de beste Jamaicanen links laten liggen."
"Sportief is het dus minder boeiend om te volgen. In Groot-Brittannië en Australië blijft het razendpopulair, in de andere landen leeft het minder."
Sportief zijn de Gemenebestspelen minder boeiend om te volgen. In Groot-Brittannië en Australië blijft het razendpopulair, in de andere landen leeft het minder.
Dat merk je ook aan het probleem waarmee men nu geconfronteerd wordt: Victoria en Gold Coast trekken hun staart in. Ze zijn geen kandidaat meer als host voor de volgende editie in 2026.
De beperkte uitstraling is een deel van de verklaring, het prijskaartje is een ander logisch facet. "Het zijn redelijk wijde Spelen", verduidelijkt sporteconoom Thomas Peeters.
"Je hebt veel faciliteiten nodig voor de vele sporttakken en voor veel van die disciplines is er geen lokale markt. Je moet bouwen, maar je hebt die zaken veelal niet nodig. En ook de opbrengst, denk aan de ticketverkoop, ligt lager dan bij andere mega-evenementen."
Birmingham kon in 2022 alleen organiseren dankzij steun van het Britse koningshuis en een financiële injectie van de Britse regering. Peeters nuanceert echter de bijdrage van het evenement aan de economie.
"Je kunt onnuttige dingen bouwen en mensen zo aan het werk zetten. Er is dan werkgelegenheid, maar dat is niet de meest nuttige besteding van je geld. Je kon met die centen ook een school of ziekenhuis bouwen."
Birmingham betaalt er nu ook een prijs voor, stipt Naert aan. "De stad is failliet. Dat is niet uitsluitend te wijten aan de organisatie van de Gemenebestspelen, maar het heeft er geen goed aan gedaan."
"Als je als inwoner van Birmingham nu voor een gesloten zwembad of bibliotheek staat, wat ben je dan met dat betere imago?"
Delhi als voorbeeld van hoe het niet moet
Andere steden willen hun vingers dus niet verbranden en kijken de andere kant op. Ze zijn gewaarschuwd. Is er dan nog een toekomst voor het evenement?
"Je kunt het programma herbekijken met minder sporten en je kunt meer dan één gaststad aanspreken", duidt Naert op mogelijkheden. Maar buiten Groot-Brittannië en Australië was de honger de voorbije decennia sowieso al niet groot.
"Delhi organiseerde in 2010 en daar spreken ze er nu nog over, helaas niet positief. Er was complete chaos. Het is opvallend hoe de andere landen zich er niet aan wagen."
Naert toont dus begrip voor de dreigende teloorgang, maar betreurt het toch ook mee. "Zeker ook door hoe ze paralympische atleten in het programma betrekken en door hun experimenten met esports."