Ook in het zwerkbal is er een Champions League: "Velen mispakken zich aan de intensiteit"
Als u ooit eens naar een Harry Potter-film keek, dan heeft u ongetwijfeld al gehoord van "zwerkbal". Maar wist u dat de favoriete sport van Harry, Ron en Hermelien ook in het echt wordt beoefend? Sportweekend trok naar de Europese Zwerkbal Cup in Harelbeke.
De voorbije 15 jaar groeide zwerkbal uit tot een echte sport met 10.000 spelers over 40 landen. Sinds 2013 wordt het ook in België gespeeld. En met succes, want ons land werd vorig jaar tweede op het WK.
Het voorbije weekend organiseerde ons land in Harelbeke de Europese Zwerkbal Cup, ook wel de Champions League van het zwerkbal. 32 Europese landen tekenden present.
"Zwerkbal is intussen het verhaal van Harry Potter ontgroeid. Het ziet er ludiek uit en het begon ook als een grap, maar het is wel een sport geworden die serieus te nemen valt", zegt Seppe De Wit van Antwerp Quidditch.
Een combinatie van handbal, trefbal en rugby
"Het is een combinatie van handbal, trefbal en rugby", doet Seppe zijn verhaal voort. "Bij elke ploeg zijn er vier spelers die proberen om te scoren met een volleybal. Scoren levert 10 punten op. Daarnaast zijn er 2 spelers die dat met een trefbal proberen te verhinderen. De trefbal is een soort van verdedigingswapen."
En dan is er een zevende speler, de zoeker. Die probeert de "snitch" te vangen. De snitch verdedigt een klein balletje aan zijn staart. En dat gaat er soms ruw aan toe.
Martin Curnek uit Slovenië is zo een snitch: “Ik houd van het fysieke spel. Ik houd ervan dat ik mensen kan duwen en gemeen kan zijn. Dat is nu eenmaal mijn taak. “
Als het toch lukt om het balletje te ontfutselen bij de snitch, dan krijgt jouw ploeg 30 punten en is het spel afgelopen.
Ik houd van het fysieke spel. Ik houd ervan dat ik mensen kan duwen en gemeen kan zijn. Dat is nu eenmaal mijn taak.
"Stok tussen de benen is een handicap als een ander"
Maar datgene wat meteen opvalt bij elke toeschouwer is de stok waarmee alle veldspelers tussen hun benen lopen. Aanvankelijk was dat nog een bezem, maar die werd intussen vervangen door een PVC-buis.
Elisabeth Reyniers: “Het ziet er raar uit, dat vonden we zelf in het begin ook. Maar je wordt het heel snel gewoon. Het is een handicap als een ander. In het voetbal mag je enkel met je voeten spelen, bij rugby alleen maar achteruit passen. Hier heb je een stok tussen je benen.”
“Heel veel mensen mispakken zich aan de intensiteit van het spel. Ze komen eens meedoen met de gedachte dat ze iedereen zullen inmaken. Maar die nieuwkomers krijgen in de eerste trainingen op hun donder. Ze vinden het meestal toch vermoeiender dan gedacht."