Recordman Ronaldo snoert iedereen de mond met twee goals, Hongaren breken pas in slot

Hongarije stond vooraf voor een loodzware opdracht. In een groep met Frankrijk, Duitsland en Portugal moet het in de groepsfase afrekenen met de winnaars van de laatste EK- en WK-winnaars sinds 2014. Het eerste luik was het duel tegen titelverdediger Portugal en daar loopt een buitengewone voetballer rond.

Cristiano Ronaldo was namelijk naar goede gewoonte op recordjacht. Bij het eerste fluitsignaal werd hij al de enige speler die speelde op 5 verschillende EK’s en aan 1 doelpuntje had hij genoeg om all-time topschutter te worden op Europese Kampioenschappen.

Toch was het niet de Portugese superster, maar landgenoot Diogo Jota die de eerste kans liet optekenen. Meer dan een waarschuwingsschot was het niet, maar doelman Gulacsi had al snel door dat hij zich niet snel zou vervelen.

Ook Ronaldo – vanuit buitenspel en onder constant boegeroep – raakte niet voorbij de doelman van Leipzig en ook een tweede poging van Jota werd gepareerd door het Hongaarse sluitstuk. Rui Patricio, zijn Portugese collega aan de overkant, moest het dan weer stellen met een kopballetje van Adam Szalai.

Hongarije leek de nul te gaan houden tot aan de rust tot Cristiano Ronaldo zijn moment had uitgekozen. Bruno Fernandes mikte een kanonskogel in de zestien, maar de recordjager mikte het leer onbesuisd over doel. Een brilscore bij de rust: daar kon vooral Hongarije blij mee zijn.

De tweede helft leek al snel een kopie te worden van de eerste toen Pepe al snel opende met een gevaarlijke kopbal, maar na de redding van Gulacsi bleven de Portugese kanonnen oorverdovend stil. Dat laatste kan niet gezegd worden van de Puskas Arena, want die veerde op na pogingen van aanvallers Szalai en Sallai.

Die Hongaarse kansen bleken een teken aan de wand. Portugal leek even niet meer bij machte om de thuisploeg in de problemen te brengen. Een fikse pegel van Bruno Fernandes was lang het enige gevaar en wanneer Hongarije meer vertrouwen kreeg, nam de Portugese twijfel nog meer toe.

Twijfelen deed Hongarije intussen al lang niet meer en tien minuten voor rust ontplofte de Puskas Arena helemaal. De pijlsnelle Schön propte de bal in de korte hoek voorbij Rui Patricio, maar de vlag ging al snel de lucht in. Voorlopig geen mirakel in Boedapest.

De klok tikte intussen duchtig verder, maar net wanneer de Portugezen buurland Spanje achterna leken te gaan, hadden ze het geluk aan hun zijde. Gulacsi leek het schot van Guerreiro vlot te gaan ontzetten wanneer het been van Orban de bal de andere hoek in stuurde. Portugal op voorsprong, Hongarije van de hemel naar de hel.

Portugal profiteerde van de desillusie bij de tegenstand om meteen door te duwen. Orban ging iets te lang aan de schouder van Rafa Silva hangen en scheids Cakir wees resoluut naar de stip. Een erg bleek acterende Ronaldo liet deze kans uiteraard niet liggen en schoot zich naar een nieuw record.

In de toegevoegde tijd stak Ronaldo het mes nog wat dieper in de Hongaarse wonde. De spits van Juventus omspeelde doelman Gulacsi kinderlijk eenvoudig en legde de 0-3-eindstand vast. Portugal opent zo met een overwinning in de groep des doods, Hongarije baalt dan weer en blijft met lege handen achter na een felbevochten wedstrijd.