Met Deinze speelt het profvoetbal in België nog maar eens een (te) ambitieuze club kwijt. Luc Van Thillo, eigenaar en voorzitter van reeksgenoot Lierse, is niet verbaasd. Hij wijst in Laat op een systeemfout in onze voetbalpiramide.
Gisteren werd in de rechtbank het doodvonnis over Deinze uitgesproken, iets wat 6 jaar geleden ook gebeurde met Lierse SK. Dankzij ondernemer Luc Van Thillo kreeg de voormalige landskampioen toch een nieuw leven.
"We hebben toen eigenlijk hetzelfde meegemaakt als Deinze nu", zegt Van Thillo in Laat. "Wij hadden ook een buitenlandse eigenaar die heel wat geld pompte in de club. Hierdoor leefde Lierse wat boven zijn stand."
"Maar op den duur gaat die geldkraan dicht, en dat is ook bij Deinze zo gebeurd. Ook zij leefden boven hun stand en kwamen in de problemen toen de eigenaar er geen geld meer wou insteken."
"Bij de herstart heb ik dan ook vanaf dag 1 gezegd: we moeten het op een andere manier doen."
In de bedrijfswereld doen we dit soort gekke dingen niet, maar zodra we in het voetbal stappen, gaan we overspenderen.
Van Thillo let vooral secuur op de uitgaven. "Wij spenderen niet zoveel aan spelerslonen. Want daar gaan wij als clubs allemaal in de fout. We betalen te veel aan de spelers."
"Ik heb gelezen dat Deinze jaarlijks meer dan 6 miljoen uitgaf aan de spelerslonen. Wij doen het met 2 miljoen, wat ik eigenlijk ook al veel vind. Maar het is nog behapbaar."
"Dat betekent dat op ons totaalbudget van zo'n 4,5 à 5 miljoen de helft naar spelerslonen gaat, wat goed is. Het zou logisch zijn dat iedereen dat zo doet."
"In de bedrijfswereld doen wij dat soort gekke dingen allemaal niet, maar zodra we in het voetbal stappen, gaan we plots overspenderen."
Gerelateerd:
Nederland als lichtend voorbeeld
In tegenstelling tot veel van zijn collega's wil Luc Van Thillo niet spreken over het financiële kerkhof van de Challenger Pro League. "Eigenlijk is dat een heel mooie competitie, met veel traditieclubs."
"Zij zijn ook ooit uit de hoogste klasse gevallen, maar hebben wel nog een plaats in het profvoetbal. Alleen is ons systeem verkeerd."
Van Thillo wijst als lichtend voorbeeld graag naar Nederland. "Zij hebben een gesloten competitie. Dat betekent dat het als profclub onmogelijk is om uit de tweede divisie te degraderen."
"Alles wat daaronder zit, is het amateurniveau. Als je toch wil promoveren naar het profvoetbal moet je bewijzen dat je daar klaar voor bent."
Je moet ons profvoetbal afsluiten, zodat de clubs financieel en sportief op langere termijn kunnen denken.
"Bij ons is dat anders: er zakken sowieso 2 clubs van het prof- naar het amateurniveau. Dat zijn dus 2 bedrijven die plots terugvallen op niets: geen tv-geld meer, amper nog sponsors, ..."
"Vaak moeten die clubs wel nog altijd de investeringen die ze gedaan hebben afbetalen, ook al zijn ze nu een amateurclub."
"Het omgekeerde zie je trouwens ook: clubs die promoveren naar de Challenger Pro League, maar die daar eigenlijk niet klaar voor zijn. Dat is fout aan ons systeem."
"Daarom denk ik dat je het profvoetbal beter afsluit. Zo kun je op langere termijn denken, financieel en sportief."
"Van de amateurs kun je ook een mooie competitie maken. Waarom creëer je geen landskampioen van de amateurs, waarbij de Vlaamse winnaar tegen de Franstalige speelt in het Koning Boudewijnstadion? Je zendt die match uit op tv ... dat zou toch mooi zijn?"
Hoe wapen je je tegen malafide buitenlandse investeerders? "Krijg elke week telefoon"
Lierse is met Luc Van Thillo een van de weinige Belgische profclubs die nog niet in buitenlandse handen is. Ook daar wringt het schoentje.
"Ik krijg elke week telefoon van buitenlandse investeerders. In het begin zei ik daar altijd 'nee' op, maar nu spreek ik met iedereen."
"Die zogenaamde investeerders van Deinze zijn ook bij ons op bezoek geweest. Als ik hen dan bezig hoor, dan heeft dat helemaal niets met de club te maken."
"Ze hebben geen interesse in de infrastructuur, het personeel, de jeugd, ... Daar zitten ze allemaal niet mee in. Ze zien het gewoon als een kans om spelers te stallen."
Ook hier faalt het Belgische voetbalsysteem om de clubs te beschermen tegen malafide investeerders. Van Thillo concludeert dan ook: "Als we niets veranderen, zal Deinze zeker niet de laatste Belgische profclub zijn die failliet gaat."