De Nederlandse hockeymannen mogen zich 4 jaar lang olympisch kampioen noemen. In een gesloten finale gaf het een voorsprong nog uit handen, maar in de shoot-outs rekende af met de stugge Duitsers.
Na een zilveren medaille in Rio en een gouden plak in Tokio was het bij de mannen wennen aan een hockeyfinale zonder Red Lions. Maar met Nederland en Duitsland stonden de Europese en de wereldkampioen tegenover elkaar.
Op papier een finale om van te smullen, maar die verwachtingen werden op het veld niet echt ingelost. Verdedigen stond langs beide kanten met rood omcirkeld in het tactische plan. Op één Duitse strafcorner na kregen de supporters bitter weinig te zien in de eerste helft.
Het bleek een extreem lange stilte voor de storm. Een storm die bij het ingaan van het laatste kwart in al zijn hevigheid losbarstte. Het was Thierry Brinkman die de ban brak voor Nederland door een zeker doelpunt van Koen Bijen nog af te snoepen.
Niet getreurd, want Bijen leek niet veel later zelf op het scorebord te komen, al was dat buiten een geweldige redding van Gonzalo Peillat gerekend, met een ware oerschreeuw tot gevolg.
Zo schreeuwde Peillat zijn teammaats bijna letterlijk vooruit, want een dikke minuut later hingen de bordjes in evenwicht na een Duitse strafcorner. De gemiste controle van Thies Prinz bleek de ideale schijnbeweging, want in twee tijden mikte hij de bal staalhard in doel.
Een Nederlandse strafcorner in de slotminuut kon niets meer veranderen aan de stand, dus moest de beslissing vallen in de shoot-outs. Na vier missers zetten Brinkman en Van Dam de Nederlanders op 2-0. Weigand gaf de Duitsers nog even hoop, maar Telgenkamp zorgde voor een onoverbrugbare 3-1.