Fabio Van den Bossche werd vooraf niet als een grote medaillekandidaat getipt. Maar in het omnium reed hij zichzelf naar olympische glorie. Wie is onze verrassende 23-jarige medaillewinnaar in het baanwielrennen? Een portret.
In de enige koers waarin Remco Evenepoel als junior de regenboogtrui droeg, werd hij geklopt. Door wie?
Het is een populaire vraag op wielerquizzen. Het antwoord is Fabio Van den Bossche.
In een sprintje in het West-Vlaamse Heestert liet Van den Bossche Evenepoel toen zijn kuiten zien.
De toen 18-jarige Van den Bossche stond in die periode al bekend als "de Remco Evenepoel van de piste", het zei alles over zijn gigantische potentieel als pistier.
Kroonprins van Keisse
Van den Bossche komt uit een echt wielernest. Opa Willy De Geest was in de jaren 70 ploegmakker van Roger De Vlaeminck en werd zelf 2 keer 4e in de Ronde van Vlaanderen.
Ook Fabio's oom Gino De Geest heeft gekoerst. Net als de ouders van Fabio, die elkaar leerden kennen in 't Kuipke in Gent.
Het is in die heilige wielertempel dat het zaadje voor zijn bronzen pistemedaille werd geplant. Van den Bossche poseerde als driejarige peuter op de schoot van Iljo Keisse, de keizer van 't Kuipke.
15 jaar later vervulde de 18-jarige Van den Bossche zijn droom door zijn eerste Gentse Zesdaagse te rijden tegen zijn idool Keisse. Om de foto na te bootsen ging de kroonprins nog eens op de schoot van de keizer zitten.
Verzamelaar van eremetaal
Van den Bossche stapelde bij de jeugd de medailles op tijdens pistekampioenschappen. Met Europese titels in de ploegkoers en het omnium.
Ook bij de elite ging hij met eremetaal aan de haal op de grote afspraken. 3 jaar geleden kroonde Van den Bossche zich tot vice-Europees kampioen in het omnium.
Maar toen was de inwoner uit het Oost-Vlaamse Laarne al bezig met zijn grote droom: een olympische medaille veroveren in Parijs.
Zijn bronzen omniummedaille begin dit jaar op het EK was een bevestiging dat die droom meer dan realistisch was.
In de gracht in Gent-Wevelgem
Van den Bossche vergrootte ondertussen ook zijn motor op de weg.
Als neoprof bij Flanders-Baloise maakte hij in 2020 naam door als jongste deelnemer in de Ronde van Vlaanderen een plekje te veroveren in de vroege vlucht. 170 kilometer reed Van den Bossche toen in de aanval.
Een jaar later belandde hij in de gracht tijdens Gent-Wevelgem. Van den Bossche reed toen van waaier naar waaier omdat hij koste wat kost Wevelgem wilde bereiken.
"Ik wilde blijven doorrijden totdat ze me van mijn fiets zouden halen", vertelde hij daar later over. Het typeert de wilskracht van Van den Bossche, die de finish haalde, maar eerst niet in de uitslag stond omdat er geen transponder op zijn reservefiets stond.
2 jaar geleden werd Van den Bossche ploegmakker van Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen bij Alpecin-Deceuninck.
Bij de broers Roodhooft wordt de pistier professioneler begeleid dan ooit. Met een hoogtestage en de Giro in de benen begon hij dit jaar aan zijn laatste rechte lijn richting Parijs.
Op de Vélodrome National in Saint-Quentin-en-Yvelines maakte Van den Bossche op zijn eerste Spelen de droom die hij al 5 jaar koesterde waar.