Profvoetballers uit het buitenland genieten in Italië weldra niet langer van een speciale belastingverlaging. De Italiaanse regering verwierp donderdagavond de verlenging van het zogenaamde "decreto crescita", het groeidecreet.
De regering-Conte wou met het in 2019 ingevoerde groeidecreet de uitstroom van hoogopgeleiden naar het buitenland tegengaan en waardevolle arbeidskrachten naar Italië halen.
Ook de Serie A-clubs profiteerden van die maatregel. Ze konden dankzij die fiscale voordelen ook buitenlandse topspelers zoals Romelu Lukaku aantrekken.
Maar vanaf 1 januari 2024 komt er een einde aan die voordelen. Dan moeten niet-Italiaanse beroepssporters opnieuw 45 procent belasting betalen op hun loon in plaats van 25 procent.
Volgens vicepremier Matteo Salvini bevoordeelden de maatregelen buitenlandse spelers ten opzichte van Italiaanse. Serie A-clubs rekruteerden meer in het buitenland, waardoor Italiaanse spelers minder speelkansen kregen.
Volgens Claudio Lotito, senator voor de regeringspartij Forza Italia en voorzitter van Lazio Rome, is het terugdraaien van het groeidecreet echter een grote fout.
De Serie A en de Italiaanse clubs vrezen dat het Italiaanse voetbal minder aantrekkelijk wordt voor buitenlandse topspelers. De afschaffing van de belastingverlaging zal de teams minder competitief maken en uiteindelijk leiden tot minder inkomsten voor de fiscus, stelt de Serie A in een mededeling.
Tot voor kort hoopten de clubs dat de regeling ten minste tot eind februari zou worden verlengd. Zo zouden buitenlandse topspelers nog in de komende wintermercato overhaald kunnen worden om in Italië aan de slag te gaan.