Voor het eerst in vijf jaar is Matthias Casse er niet in geslaagd om een medaille te pakken op het EK judo. De vicekampioen wil zich komend weekend herpakken in de bakermat van het judo: de Grand Slam van Japan. "Het EK was een teleurstelling, maar we hebben nu al aanpassingen gedaan om ervoor te zorgen dat ik volgende keer wel weer een medaille pak", klinkt hij strijdvaardig.
Het was begin november even wennen. Voor het eerst in vijf jaar slaagde Matthias Casse er niet in om op het podium van het Europees kampioenschap te eindigen. In de kamp om brons moest hij het hoofd buigen voor de Franse thuisvechter Alpha Oumar Djalo.
"Het EK was inderdaad een tegenvaller", geeft Casse toe. "De voorbereiding zat goed, maar het resultaat was dat allerminst. Ik ben het gewoon om tijdens mijn piekmomenten op het podium te staan."
"Het was niet makkelijk om te verwerken, maar ik heb wel geleerd om mijn vorige medailles nog meer te appreciëren. Wat ik al gepresteerd heb, is toch niet vanzelfsprekend."
"Maar we laten ons niet ontmoedigen. Het programma en de trainingen zijn aangepast zodat ik volgende keer wel opnieuw op het podium sta."
Dat nieuwe trainingsschema houdt vooral meer kampen met toppers in.
"We gaan nu bijvoorbeeld elke week naar Papendal in Nederland en trainen samen met de Nederlandse ploeg. Daar vind ik genoeg sterke trainingspartners", ondervindt Casse.
Dit weekend staat Casse voor het eerst sinds het EK opnieuw op de mat. Met een goed resultaat op de Grand Slam van Tokio kan de vicewereldkampioen 2023 afsluiten als nummer 1 van de wereld.
"Het deelnemersveld in Japan is altijd enorm zwaar, maar ik kijk er toch naar uit. Ik ga er vooral naartoe om mensen zoals de Koreaan Lee of de Japanners eens vast te hebben. Uit die kampen kan ik nog veel leren."
"Een medaille in Tokio zou mooi zijn, maar ik wil vooral beter vechten dan op het EK. Mijn grip moet perfect zijn, daar wil ik op focussen zodat ik daar geen fouten meer in maak."
Net daarom besluit de Belgische judoka om nog twee weken langer in Japan te blijven voor een intensieve stage.
"Ik heb tegenstanders van wereldniveau nodig om zelf nog beter te kunnen worden. Dat kan in België minder. In Japan kan ik me ook volledig focussen op judo zonder afleiding: enkel eten, slapen en heel hard trainen", besluit Casse.