Een rode kaart incasseren wordt voortaan nog pijnlijker voor speler en club. De fiscus wil van 21 profclubs weten wie de boetes betaalt, want na een korte rondvraag blijkt dat vaak de club zelf te zijn. "En dan is het een voordeel van alle aard", weet Francis Adyns van de FOD Financiën.
De fiscus duikt in de boekhoudingen van de clubs en keert terug tot en met het inkomstenjaar 2019-2020, om 500.000 euro aan boetes voor rode kaarten te herbekijken.
Omdat uit een rondvraag bleek dat vooral de clubs die boetes betalen, "In dat geval is het niet meer dan normaal dat die belast worden", zegt Francis Adyns.
"Het gaat over boetes die de clubs ten laste nemen als werkgever, terwijl die aan de voetballer zijn uitgedeeld als werknemer. Als de werkgever een kost op zich neemt, wordt dat beschouwd als voordeel van alle aard."
Laat de speler zelf de boete betalen, dan valt het voordeel van alle aard weg.
Een voordeel van alle aard: vergelijkbaar met een werkgever die zijn werknemer een bedrijfswagen ter beschikking stelt. Dat levert een privévoordeel op voor die laatste.
Al kan je bij een rode kaart moeilijk spreken van een voordeel? "Toch wel", oordeelt Adyns.
"Een extreem voorbeeld: een werkgever zegt dat hij alle kosten voor woonst, voeding en energie op zich neemt, maar geen loon uitkeert aan zijn werknemer. Dat zou in se betekenen dat die werknemer met niets belast wordt."
"Die situatie is een beetje vergelijkbaar met de rode kaart, want heel die persoonlijke kost wordt door de werkgever op zich genomen."
Voor clubs die in de toekomst liever geen belastingen betalen op de boetes, is de boodschap duidelijk: "Laat de speler zelf de boete betalen, dan valt het voordeel van alle aard weg voor de werkgever."
