Met 4 medailles maakte België vorige week grote sier op het WK baanwielrennen. Medebondscoach Kenny De Ketele vertelde in De Tribune dat de Belgische ploeg letterlijk een tandje groter heeft geschakeld. "Het risico bestaat wel dat je je benen opblaast", waarschuwt De Ketele.
"Met welke versnellingen we rijden? Dat deel ik liever niet mee, want de concurrentie luistert mee", gniffelt Kenny De Ketele in De Tribune.
Het hogere verzet heeft de Belgische baanwielrenners geen windeieren gelegd op het voorbije WK.
"In de ploegenachtervolging reed de Belgische ploeg vorig jaar op het WK 4’02”. Toen reden de Belgen met een versnelling van 62 tanden vooraan en 15 tanden achteraan", zegt De Ketele.
"Met bijna dezelfde ploeg reed de Belgische groep dit jaar bijna 10 seconden sneller en dat was met een versnelling van 63 tanden vooraan en 14 tanden achteraan."
De Ketele geeft toe dat België te lang achterophinkte qua versnelling. "We trainden altijd op een klein verzet, terwijl het verzet van de tegenstand alsmaar groter en groter werd."
"De cultuuromslag bij de Belgen is er mede door (medebondscoach) Tim Carswell gekomen. Hij heeft bij de Nieuw-Zeelanders heel veel met grote verzetten gewerkt de laatste jaren. Wij schrokken toen hij de nummers benoemde."
"We wilden een tandje bijsteken"
Het grotere verzet heeft in elk geval geloond bij de Belgen. Al zijn er ook risico's aan verbonden.
"Wereldkampioenes Shari (Bossuyt) en Lotte (Kopecky) reden zaterdag een verzet dat ze nooit eerder getrapt hadden in een ploegkoers", vertelt De Ketele.
"We wilden een tandje bijsteken omdat we wisten dat Shari en Lotte heel lang in de wielen zouden blijven. Dan kan je wel een grotere versnelling kiezen, omdat je je hartslag lager kan houden door in de wielen te rijden."
"Als Shari en Lotte vol in de aanval zouden gaan en alleen voor de groep zouden uitrijden, bestond het risico dat ze hun benen zouden opblazen op dat grote verzet."
"Uiteindelijk bleek dat we goed gekozen hebben."
