Kan het nog mislopen? Dumoulin verloor rode trui in voorlaatste rit met dezelfde finale
Een Vueltadroom kan ook op de voorlaatste klim nog uiteenspatten. Vraag dat maar aan Tom Dumoulin. In de Ronde van Spanje van 2015 leek hij op weg naar zijn eerste eindzege in een grote ronde. Maar in de laatste bergrit was hij niet opgewassen tegen het perfecte ploegenspel van Astana. We rakelen hier de cruciale momenten op, al was het maar ter waarschuwing. Want de finale van vandaag is dezelfde als zeven jaar geleden.
Déjà vu?
Een hongerig thuisland, een jonge tijdrijder in het rood op de voorlaatste dag van de Vuelta en een finaal schouwspel op en rond de Puerto de Navacerrada... Waar kennen we dat nog van?
We moeten amper 7 jaar terug voor een déjà vu.
Al enkele decennia snakte Nederland naar een nieuwe grote rondewinnaar. Sinds Joop Zoetemelk in 1980 met de gele trui om de schouders Parijs binnenreed, stonden onze Noorderburen droog.
Podiumplekken voor Johan van der Velde, Steven Rooks en Erik Breukink - driemaal zelfs - volgden nog wel, maar een opvolger van Zoetemelk kwam er niet.
Tot in 2015 een jonge Tom Dumoulin, op dat moment vooral bekend als tijdrijder, plots in de Ronde van Spanje bergop de besten begon te volgen.
En zelfs meer dan volgen. Naast een verbluffend dominante tijdrit - nummer 2 Bodnar eindigde op meer dan een minuut - won Dumoulin met een machtige sprint ook op een steile Spaanse helling tegen het aanwezige klimgeweld.
Twee ritzeges dus, en ook de rode trui. Want al na de vijfde rit mocht de Nederlander een eerste maal de leiderstrui ontvangen. En vanaf dat moment ontplooide Dumoulin zich dag na dag tot kandidaat voor de eindzege.
Enkel Fabio Aru, eerder dat seizoen tweede in de Giro, kon bij momenten bergop terugvechten. Maar door de zwakkere tijdrit van de Italiaan was het Tom Dumoulin die de voorlaatste dag van start ging in de leiderstrui.
Zijn voorsprong? Amper 6 seconden.
Die zou hij moeten verdedigen op de beklimmingen van de Puerto de la Morcuera en de Puerto de Cotos - een zijflank van de Puerto de Navacerrada. Exact dezelfde wegen die nu, 7 jaar later, weer over de Vueltazege zullen beslissen.
Moment 1: Ploegmaten in de vroege vlucht
Iedereen weet het. Het lijkt zo simpel. En toch wordt het maar zelden perfect uitgevoerd.
Een succesvolle coup doe je niet alleen. Je moet maten hebben, en het liefst ploegmaten. En die zitten dan best in een vroege vlucht. Zo kunnen ze op het juiste moment ingezet worden door de kopman.
Astana, de ploeg van Aru, voerde dit perfect uit in hun laatste poging om de rode trui aan te vallen. Met twee pionnen in de vroege vlucht deden ze het nog redelijk bescheiden. Maar als het de juiste mannetjes zijn, kan twee genoeg zijn.
Andrej Zeits en Luis Leon Sanchez waren die dag de uitverkoren beulen voor Dumoulin. Rustig meepeddelen in de monsterontsnapping en wachten op het juiste moment. Dat was hun taak.
Moment 2: Eerste teken van zwakte
Wanneer begin je aan een ultieme poging om de Vuelta naar je hand te zetten?
Voor Aru waren er gezien zijn kleine achterstand meerdere mogelijkheden. Het was dan ook wat verrassend toen hij al halfweg de voorlaatste klim de knuppel in het hoenderhok gooide.
Met nog meer dan 50 kilometer voor de boeg liet de Italiaan zijn ploegmaten het tempo sterk verhogen. Vooral op de versnelling van klimgeit Landa was Dumoulin even een antwoord verschuldigd.
De Nederlander had eerder al enkele keren verklaard dat hij liever als tijdrijder zijn eigen tempo rijdt bergop. Zo kroop hij dan ook weer naar het wiel van Aru.
Moment 3: Kraken op de voorlaatste klim
Maar Astana had bloed geroken.
Een moment van herstel werd de rode trui niet gegund. Ook met Dumoulin goed en wel weer in de groep bleef Landa op kop sleuren.
En dan volgde de ultieme aanval van Aru op de rode trui. Alles of niets. Voor de tweede keer moest Dumoulin blijven zitten. Erger nog: een voor een sprongen alle toppers achter zijn rug weg. Zo ook Landa, die vooraan weer werk kon verrichten voor Aru.
Dumoulin rondde amper vijftien seconden na zijn tegenstanders de top van de Puerto de la Morcuera. Maar het was één tegen allen. Enkel een geweldige afdaling kon hem nog redden.
Moment 4: Terugkeren tot op 9 seconden
Dat wist Dumoulin uiteraard ook. Als hij wilde terugkeren, moest het snel gebeuren. En dus gooide hij zich als een steen naar beneden.
Bocht per bocht kwam hij dichter bij het groepje. Hij kon ze zelfs op de korte stukken voor zich uit zien rijden. Een terugkeer leek weer tot de mogelijkheden te behoren. De rode trui was nog niet helemaal verloren.
Moment 5: De perfecte tactiek
Maar dan kwam de doodsteek.
Net op het moment dat Dumoulin de balans weer deed kantelen, doemden de lichtblauwe tenues van twee Astana-renners op. Zeits en Sanchez hadden het perfecte moment uitgekozen om te wachten en konden nu in de vallei knallen voor Aru.
De Astana's trokken meteen vol door. Seconde per seconde zag Dumoulin zijn concurrenten weer wegrijden. De tijdrijder leverde een eenzame strijd maar kon in tegenstelling tot eerdere bergritten de achterstand niet beperken.
Met nog meer dan 30 kilometer te gaan werd duidelijk dat zijn rode droom ten einde was. Niet alleen dat, na een lijdensweg op de slotklim zou Dumoulin zelfs nog helemaal van het podium tuimelen.
Rodriguez, Quintana, Majka en Chaves... Allemaal profiteerden ze in het spoor van de Astana's.
Moment 6: Een overwinning als ploeg
Zelden liep een machtsgreep in het wielrennen zo gesmeerd. En uiteraard was Aru die dag net iets beter dan Dumoulin. Maar toch was het in grote mate de ploeg die het verschil had gemaakt.
Zelfs toen de nieuwe leider over de finish kwam, werd hij nog geflankeerd door een ploegmaat. Juichend, huilend en uitbundig de ploeg bedankend kon Aru na de meet met zijn vreugde amper blijf.
Een schril contrast met Tom Dumoulin. Zijn laatste ploegmaat had hij anderhalf uur eerder gezien. Nu bolde de Nederlander eenzaam 3 minuten en 52 seconden na zijn belager over de meet. Van 1 naar 6 op de laatste belangrijke dag. Deze ronde duurde anderhalve berg te lang voor Dumoulin.
Hij zou geen opvolger voor Zoetemelk worden. Of toch voorlopig niet...