Ga naar de inhoud

Kasper Asgreen: "Mijn topvorm hoef je niet voor april te verwachten"

 di 11 januari 2022 12:31
Kasper Asgreen met manager Patrick Lefevere
Kasper Asgreen met manager Patrick Lefevere

Kasper Asgreen leeft ontspannen toe naar het wielervoorjaar. De Deen heeft dezelfde doelen als vorig jaar en maakt in zijn voorbereiding gebruik van het beproefde recept van 2021. "Er was geen reden om iets te veranderen", zegt de winnaar van de E3 en de Ronde van Vlaanderen.

Samen met zijn ploegmakkers van Quick Step-Alpha Vinyl legt Kasper Asgreen onder een Spaans zonnetje de basis voor het wielervoorjaar. De 26-jarige Deen was vorig jaar een van de grote jongens in het voorjaar en hoopt dat dezelfde aanpak hem in 2022 opnieuw succes zal brengen.

"Er is geen reden om aan de voorbereiding iets te veranderen. Mijn doelen zijn ook hetzelfde als vorig jaar: de klassiekers, de Tour en het WK. Hopelijk met betere resultaten in de 2e helft van het seizoen", lacht hij.

De status van de Deen is gegroeid, maar tijdens de persbabbel oogt hij opvallend ontspannen. "Er is wel wat meer media-aandacht nu, maar ik probeer daar samen met het team een goeie balans in te vinden."

Ik heb niet het gevoel dat ik nu de nummer 1 ben binnen het team voor de kasseikoersen.

Kasper Asgreen

Ook op training mag het er nog ontspannen aan toegaan. "Nu is het nog rustig aan. We bouwen langzaam op. De eerste koersen zal ik misschien nog wat achterop hinken, maar dat hoort bij de opbouw. Mijn topvorm hoef je niet voor april te verwachten."

"Of ik nu de nummer 1 ben binnen het team voor de kasseikoersen? Neen", klinkt het resoluut. "Er zijn nog veel jongens die kunnen presteren. We leggen niet alle druk bij één renner. De anderen zijn ook heel goed. Ik heb niet het gevoel dat ik nu een trapje hoger sta."

Asgreen won vorig jaar de Ronde van Vlaanderen. Wordt Parijs-Roubaix dan automatisch belangrijker? "Dat denk ik niet. Ik vind niet dat ik de luxe heb om te kiezen. Zo goed ben ik niet. Ik zal al heel blij zijn als ik er eentje kan winnen. Wie weet win ik zelfs nooit meer een monument. Die afrekening zal ik na mijn carrière wel maken."

Lees ook: