Serge Pauwels vindt de Tour van 2022 "een heel herkenbare Ronde van Frankrijk" en "een Tour voor klimmers". De ex-renner kijkt ook uit naar de rit over de kasseien. "Er zijn bijna nooit grote verschillen, maar één van de favorieten kunnen we daar wel al kwijt zijn."
"Organisatoren zoeken spektakel graag op"
Vandaag is in Parijs het parcours van de Ronde van Frankrijk van volgend jaar voorgesteld. De Grand Départ vindt plaats in Denemarken, waarna de Tour voor elk wat wils in huis heeft in Frankrijk. Ook kasseien.
Een goed idee? "Het moet zeker kunnen", zegt ex-renner Serge Pauwels. "Heel veel renners staan er tegenwoordig voor open. Je riskeert wel dat één van de grote namen het slachtoffer wordt. Dat was in 2014 het geval met Froome en in 2018 met Porte. Dat risico zit er altijd in."
"Uiteindelijk zijn er nooit grote verschillen geweest in die ritten, maar je kan wel iemand verliezen van de favorieten."
"Het is natuurlijk spektakel en dat zoeken de organisatoren graag op. Laat ons eerlijk zijn: we kijken daar met z'n allen nu al naar uit. Ik ook, zeker nu ik geen renner meer ben."
Laat ons eerlijk zijn: we kijken met z'n allen nu al uit naar de rit over de kasseien.
"Pogacar kan alles"
Welk gevoel heeft Pauwels na het zien van het volledige parcours? "Het is een mooi parcours", zegt de assistent van bondscoach Sven Vanthourenhout. "Heel uitgebalanceerd ook. Er zitten veel herkenbare elementen in."
"De passage naar Zwitserland is nieuw en die komt bovenop de dagen door de Alpen (week 2) en de Pyreneeën (week 3). De aankomsten in Saint-Etienne, met de Montée Jalabert, en in Mégève, die ze in de Dauphiné al hadden, zijn herkenbaar. Maar dat is de hele Tour eigenlijk: een mix van een aantal ritten van de voorbije jaren."
Wie is dan te topfavoriet? "Uiteindelijk zal de beste toch weer winnen en dat is voor mij opnieuw Pogacar", twijfelt Pauwels niet.
"Die jongen kan alles en ik ga ervan uit dat hij ook op de kasseien mee zal doen vooraan als hij geen pech heeft. Nibali en de Schlecks hebben in het verleden ook al verbaasd op de stenen. Alle klassementsmannen zijn die dag zó gefocust en dat zal bij Pogacar en Roglic niet anders zijn."
Uiteindelijk zal de beste toch weer winnen en voor mij is dat Pogacar.
"Tour voor klimmers"
En de Belgen? Voor Wout van Aert lijkt de gele trui voor het grijpen te liggen. "Het begin van de Tour met een korte tijdrit is voor Wout zeker niet slecht. Hij kan sowieso dicht finishen dan. Daarna volgen twee ritten in Denemarken en daarin is hij ook niet kansloos."
"Wat we over Pogacar zeggen, geldt eigenlijk ook voor Van Aert. Was het parcours volledig anders, dan zouden we nog zeggen dat het voor Wout veel kansen oplevert."
"Als je massasprints, bergritten en tijdritten kan winnen, dan maak je overal kans. Met Wout zijn we bijna zeker van succes vroeg of laat in de Tour van 2022."
Er wordt volgend jaar 53 kilometer tegen de klok gereden. Is dat wel genoeg? "De organisatoren kiezen er de laatste jaren voor om de tijdritten niet al te zwaar te laten doorwegen. Tot 20 jaar geleden zat er 100 kilometer tijdrijden in de Tour, nu proberen ze de spanning er lang in te houden."
"Ik verwacht wel dat de tijdrit op de voorlaatste dag nog heel belangrijk zal zijn, maar de grote favorieten Pogacar en Roglic kunnen dat allebei. Enkel voor Bernal is het wat minder interessant. Maar het is logisch dat er toch één lange tijdrit in de Tour zit."
Voor de sprinters zijn er niet heel veel kansen volgend jaar. "Ze komen redelijk snel: in Denemarken en de eerste week. Er zijn zeker kansen, minder dan anders of zeker niet meer. Het is echt een Tour voor klimmers met veel aankomsten bergop", concludeert Pauwels.