Zwemfinales: Bisnummer Titmus, titel niet genoeg voor Milak, toch goud voor Ledecky

Het deelnemersveld op de 200m vrije slag bij de vrouwen was om duimen en vingers bij af te likken, de finale was dat ook. Het verwachte duel tussen de Amerikaanse Katie Ledecky en de Australische Ariarne Titmus kwam er verrassend niet.

Siobhan Bernadette Haughey uit Hong Kong ging als een raket van start. Ze hield die inspanning ook vol tot in de laatste lengte, maar toen kwam de klasse van Titmus boven. De in bloedvorm verkerende Australische timede perfect en tikte aan in een olympisch record: 1'53"50.

Haughey werd nog tweede op 42 honderdsten, goed voor de allereerste zwemmedaille voor Hong Kong ooit. De Canadese Penny Oleksiak vervolledigde het podium op meer dan een seconde. Ledecky ontgoochelde met een vijfde plaats, de afscheidnemende Italiaanse Federica Pellegrini speelde geen rol van betekenis en werd 7e.

De 200m vlinderslag bij de mannen was een pak minder spannend. Even leek de Italiaan Federico Burdisso voor een verrassing van formaat te zorgen door halverwege mee te kunnen met de Hongaarse wereldrecordhouder Kristof Milak.

Maar in de tweede helft van de wedstrijd sloeg de turbo van Milak helemaal aan. Hij zwom uiteindelijk nog meer dan twee seconden weg van zijn tegenstanders. Zijn 1'51"25 is goed voor een olympisch record, maar de Hongaar wilde zijn wereldrecord (1'50"73) verbeteren en was zichtbaar ontgoocheld met zijn winnende tijd.

De Japanner Tomuru tikte in 1'53"73 aan als tweede, Burdisso stortte volledig in in de laatste rechte lijn, maar werd toch nog derde in 1'54"45.

De Japanse Yui Ohashi heeft zich in eigen land gekroond tot de koningin van de wisselslag. Ze won eerder dit zwemtoernooi al de 400m wisselslag, vannacht zorgde ze voor de dubbel door ook de 200m te winnen.

Ze hield nipt twee Amerikaanse vrouwen achter zich in 2'08"52. Voor de VS is het voorlopig allemaal nét niet in Tokio. 

De Hongaarse Katinka Hosszu werd pas zevende in 2'12"38, bijna zes seconden trager dan het olympisch record waarmee ze vijf jaar terug in Rio goud veroverde. Met 2'06"12 is ze ook wereldrecordhoudster.

De langste wedstrijd van het zwemtoernooi, de 1.500m vrije slag bij de vrouwen, werd in Tokio voor het eerst gezwommen op de Olympische Spelen. 

Een klein uur na de ontgoocheling van de 200m heeft Katie Ledecky dan toch haar eerste gouden medaille gepakt. Ze is niet in topvorm en dat bleek ook uit haar winnende tijd: 15'37"34.

Toch kwam niemand in de buurt van Ledecky, die haar emoties de vrije loop liet na haar zesde olympische titel. Erica Sullivan maakte het feestje van de Amerikanen compleet met de tweede plaats op "amper" vier seconden van haar landgenote.

Op de 4x200m vrije slag bij de mannen had Groot-Brittannië op papier duidelijk het snelste team, met Tom Dean en Duncan Scott, de nummers 1 en 2 van de individuele 200m.

In de finale maakten de Britten hun favorietenrol ook waar. Met 6'58"58 kwam het viertal maar drie honderdsten te kort voor het wereldrecord. De WR-teller in Tokio blijft voorlopig dus op 1 staan.

Na Groot-Brittannië was de strijd voor het podium best spannend. De Russen en de Australiërs haalden het uiteindelijk in 7'01"81 en 7'01"84.

De Amerikanen werden vierde en staan voor het eerst in de olympische geschiedenis - met uitzondering van Moskou 1980 toen ze door een boycott niet deelnamen - niet op het podium van de discipline. Misschien hadden ze Caeleb Dressel dan toch moeten opstellen?