Declercq: “Heel even groggy na val, maar onze ploeg heeft uitstekend protocol”

Dat Tim Declercq een sterke renner is, weten we al. Na zijn val en inhaalrace gisteren, stak de tempobeul van Deceuninck-Quick Step vanmorgen vooral de loftrompet over zijn team en teamdokters, die naar eigen zeggen uitstekend voor hem zorgden gisteren.

“Mijn schaafwonden vallen heel goed mee. Ik was wel even wat “groggy”, maar ik vertrouw onze ploegdokter (Philip Jansen) met mijn leven. Samen met de dokter van de Tour hebben ze me direct even laten stoppen, nadat ik eigenlijk al vertrokken was."

"Ze hebben dan wat testen gedaan. Die waren goed genoeg om door te gaan. Tijdens het vervolg van de etappe zijn ze me ook goed blijven opvolgen. Onze ploeg heeft een goed protocol om die situaties aan te pakken."

"Als het té slecht zou zijn, zouden ze me nooit opnieuw op de fiets gezet hebben. Ik heb wel weer veel geluk gehad dat ik een helm droeg. Het is nog maar eens bewezen dat het dragen ervan, van cruciaal belang is."

Hoe de val juist gebeurd is, weet Declercq niet meer. "Ik herinner me wel nog dat ik te horen kreeg dat we moesten opletten voor een nakende gravelstrook."

"Op dat moment moest ik me ook even kwaad maken op wat cowboys in het peloton, die zich overal tussen probeerden wringen. Ik ben dan uiteindelijk met mijn hoofd op een paaltje terechtgekomen."

"Hier in de Tour kan je echt niet achter een auto rijden. Ik was daar eerst niet mee bezig, maar je wil natuurlijk in de Tour blijven. Gelukkig kon ik op het einde weer rekenen hoe rap ik moest rijden, dat was eigenlijk al een goed teken."

"Die solorit van 25 kilometer was wel een serieuze lijdensweg, de ontlading na de aankomst was aanwezig."