Pidcock ontdekt zaterdag de Poggio: "Zonder druk, maar met Tom weet je nooit"

Terwijl de toppers zich ofwel in Parijs-Nice ofwel in Tirreno-Adriatico voorbereidden op Milaan-Sanremo maalde Tom Pidcock kilometers af in Andorra met het oog op het hele voorjaar.

"Dat is een bewuste keuze", zegt zijn begeleider Kurt Bogaerts, ook ploegleider bij Ineos. "Na de Strade hebben we een tiental dagen in Andorra getraind, waar we vooral aan zijn basisconditie hebben gewerkt. Dit was de eerste periode na het crossseizoen om hier aan te werken."

"Je mag Tom niet vergelijken met oudere concurrenten als Van Aert, Van der Poel of Alaphilippe. Op die leeftijd moet je wellicht een koers als Tirreno in de benen hebben om te kunnen winnen in Sanremo. Maar voor iemand die zo jong is als Tom is het geen handicap om toch een goeie prestatie neer te zetten."

"We kiezen al een aantal jaar voor een voorzichtige aanpak met Tom. Hij is nog altijd maar 21 jaar, heeft al een hele winter gecrost en zit ook nog met mountainbikeplannen na het voorjaar. We werken wel naar de voorjaarskoersen toe, maar niet met een overdaad aan wedstrijden."

Volgens Kurt Bogaerts start Pidcock niet als kopman bij Ineos. "We willen geen druk op zijn schouders leggen, het blijft een ontdekkingstocht dit jaar. Alles mag, niets moet."

"Uiteraard zijn er die goeie resultaten geweest in de eerste koersen. Dat geeft ook vertrouwen aan de ploegmaats en de ploegleiding. Maar het is zaak voor Tom dat hij ervaring opdoet en leert van ervaren jongens als Kwiatkowski en Bernal."

"Ik snap dat de buitenwereld na het openingsweekend en de Strade meer verwacht. Het was ook enorm wat hij daar deed en het is veelbelovend voor de toekomst. Maar we moeten toch kalm blijven en vasthouden aan het uitgestippelde traject."

"Het is verkeerd om een 21-jarige al druk op te leggen. Op korte termijn is dat misschien geen probleem, maar op langere termijn mogelijk wel. En het team deelt die filosofie."

"Maar met een talent als Tom Pidcock kun je niets uitsluiten. Ook voor de Strade wisten we dat het podium mogelijk was, al was dat op voorhand de ambitie niet. Ook nu is de ambitie weer om te leren en slim te koersen, zoals hij in de Strade deed. Dat neem je mee in je ontwikkeling."

Als Pidcock Milaan-Sanremo dan toch al wil winnen, dan zal hij voorbij zijn veldritconcurrenten Van Aert en Van der Poel moeten, die in Tirreno-Adriatico allebei dag na dag indruk maakten.

Bogaerts: "Dat zat er wat aan te komen, maar het is plezant om te zien dat de concurrenten die je in de winter zelf hebt kunnen verslaan zo'n grote rol spelen op de weg."

"Het geeft Tom ook vertrouwen dat hij Mathieu in Gavere wist te verslaan, met overtuiging dan nog. Er zijn niet veel renners die dat kunnen zeggen. Het geeft ons ook vertrouwen dat we het juiste pad bewandelen met Tom voor zijn ontwikkeling."

"Maar de vergelijking tussen Tom enerzijds en Wout en Mathieu anderzijds gaat op de weg niet op. Zij zijn veel zwaarder gebouwd. Als het op pure kracht aankomt, zal Tom op een gegeven moment op zijn limieten botsen."

Pidcock trekt dus onbevangen naar Milaan-Sanremo, niet alleen het eerste monument waar hij aan de start staat, maar meteen ook het langste.

"Ook op die afstand hebben we ons niet specifiek voorbereid, al denk ik dat vooral de explosiviteit een rol speelt in die koers, zeker dan in de finale. Ook daar hebben we niet specifiek op getraind, maar jongens als Van Aert, Van der Poel en Tom trainen zoveel op explosiviteit in de winter, dat ze dat van nature hebben. Al had je daar ook iets meer de focus op kunnen leggen."

Nog in het nadeel van Pidcock speelt dat hij de finale van Milaan-Sanremo, met de Cipressa en Poggio, nog nooit gereden heeft, ook niet op training.

"Ook hier hebben we een bewuste keuze gemaakt. We kozen ervoor om wat rust in het leven van Tom te brengen, zodat hij kan wennen aan zijn nieuwe leven in Andorra, dat hij er zijn draai kan vinden. Mochten we vroeger naar Italië afzakken, dan wordt die tijd bij hem thuis weer beknot. Na een tijdje weegt dat door."

"Maar we kunnen een goeie videoanalyse van de finale maken en voor de rest zal Tom zich moeten laten leiden door de ploegleiding en zijn ploegmaats."

Het voordeel van de huidige aanpak is volgens Kurt Bogaerts dat Tom Pidcock constanter moet kunnen presteren in de voorjaarskoersen. Aanvankelijk zou de Brit de nadruk leggen op de klimkoersen, maar na zijn prestaties in het openingsweekend wordt dat mogelijk bijgesteld en rijdt hij alsnog de Ronde en/of Roubaix.

"Die evaluatie wordt nog gemaakt na Milaan-Sanremo. We zouden inderdaad eerst naar de Ardennenklassiekers toewerken, maar in de Omloop hebben we gezien dat hij ook een rol kan spelen in de kasseiklassiekers."

"Sowieso zal hij geen ronde rijden, zoals een Baskenland, omdat je dan het gevaar loopt om hem te overbelasten. Dat schept ook ruimte om op avontuur te gaan in die kasseiklassiekers. En die ervaring neemt hij mee naar de volgende jaren, wanneer hij met meer ambitie aan de start zal staan."

"Parcourskennis is toch belangrijker in de Vlaamse koersen dan in een Milaan-Sanremo. Maar hij kent de streek van de Vlaamse Ardennen al goed, want tijdens de winter verblijft hij in België en doet hij regelmatig een trainingsrit van 180 kilometer met al die klimmetjes en enkele kasseistroken erin."