Van den Bosch: "Was het in Belgrado uit de hand gelopen, hadden we het niet overleefd"

Dat het op 6 februari 2001 tot een vechtpartij kwam tussen de spelers van Racing Basketbal Antwerpen en Rode Ster Belgrado was een trieste climax van spanningen die zich al in de heenmatch hadden opgebouwd.

"In Belgrado voelde we al een geweldige spanning.", vertelt Tony Van den Bosch, tegenwoordig sportief directeur bij Kangeroes Mechelen. "Een paar dagen voor onze wedstrijd was er de basketbalderby geweest tussen Rode Ster en Partizan Belgrado. Na die wedstrijd was de topspeler van Partizan neergeschoten op de parking. De fans beschuldigden elkaar."

"Bovendien wonnen wij die heenmatch. En wat ook meespeelde, maar wat wij niet wisten, was dat de spelers van Belgrado al een paar maanden niet meer betaald waren, want de club moest in vereffening."

"Als het in de heenmatch in Belgrado uit de hand was gelopen tussen de spelers, dan hadden we het niet overleefd. Echt niet. Ik zei nog lachend tijdens de heenmatch tegen Rudi Kuyl, de toenmalige manager, dat ik hem een slag zou geven en doen alsof ik een Joegoeslaaf was als het zou escaleren."

"In Belgrado zat het er al bovenarms op tussen onze speler Stefan Sappenberghs en de Joegoeslavische speler Stefanovic. In de terugmatch ging die bitsigheid voort en waren die twee na een tijd enkel tegen elkaar aan het duwen. De rest speelde eigenlijk een match 4 tegen 4", zegt Van den Bosch. 

"Net voor de rust escaleerde het na een grove fout op Sappenberghs. De ref verzuimde die fout te fluiten en de poppen gingen aan het dansen. John O'Connell probeerde ik eerst nog tegen te houden door aan zijn shirt te trekken, dat rok 5 meter uit en toen ik losliet, was dat als een katapult. Hij vloog op de grootste Joegoeslaaf van allemaal."

"Sappenberghs kreeg een vuistslag recht in zijn gezicht van Stefanovic en dat maakte hem blind van woede. Daarom volgde hij die Joegoeslaaf naar de cafetaria. Stefanovic probeerde zich daar te verstoppen onder een tafel."

"In die achtervolging sloeg iemand  - waarschijnlijk een fan van Belgrado - Sappenberghs met een metalen borstelsteel om het terrein te vegen, op zijn gezicht. De oogkas van Sappenberghs was gebroken."

"Ikzelf ben uiteindelijk gewoon naast Michel Krikemans op de bank gaan zitten. Eerst liep ik tussen de spelers om ze uit elkaar te houden, maar er was geen houden aan."

De straf voor Antwerpen en Belgrado bleef uiteindelijk tot verrassing van zowat iederen beperkt tot een geldboete. De terugmatch zou normaal zonder publiek herspeeld worden, maar Belgrado gaf daarvoor forfait.

"Het verdict was uiteindelijk een boete aan de FIBA van 700.000 Belgische frank voor Antwerpen en 1 miljoen Belgische frank voor Belgrado", herinnert Van den Bosch zich. 

"Manager Rudy Kuyl had meteen na de match gezegd: "als er een boete te betalen valt, doe ik dat wel". Toen hij het bedrag van 700.000 frank hoorde, heeft hij toch gezegd: "we gaan dat toch wel verdelen onder twaalf?".

"Ik heb na die wedstrijd nog mails gekregen van supporters van Partizan Belgrado, die toejuichten dat we met de spelers van Rode Ster gevochten hadden."

"De coach van Rode Ster had namelijk in de kranten in Joegoeslavië verklaard dat ik de grote aanstoker van het gevecht was geweest."

"Ik moet wel duidelijk zeggen dat de fans niet meegedaan hebben aan het gevecht. Iedereen stond met verstomming te kijken naar wat er gebeurde op het veld."

De vechtpartij was in België groot nieuws, maar de beelden raakten al snel over de hele wereld verspreid. Dat vernam Tony Van den Bosch de volgende dag. 

"Ik gaf in die tijd commentaar op NBA-matchen samen met Eric Goens. Eric was in Amerika voor de All-Star Game. Ik kon niet mee door de match tegen Rode Ster." 

"Hij belde me na onze match en zei: "je bent wereldberoemd. Ik zie je hoofd hier om de 4 minuten verschijnen op CNN tijdens een nieuwsflits over het gevecht."