Shorttrackster Tineke den Dulk wordt Belgische: “Niet te vergelijken met Veldkamp”

De procedure rond Den Dulk (23) zou tegen het WK shorttrack, dat volgend jaar in maart plaatsvindt in Dordrecht, afgerond moeten zijn. Het EK in Polen van volgende maand komt nog net te vroeg. 

Pieter Gysel, de bondscoach in het shorttrack, is erg tevreden met zijn nieuwste “aanwinst”. De vergelijking met Bart Veldkamp, die aan het einde van de vorige eeuw voor België uitkwam op het ijs en ons land een medaille bezorgde op de Winterspelen van Nagano in 1998, is volgens hem niet terecht. 

“Veldkamp trainde niet bij ons. Hij had ons land nodig om mee te kunnen doen aan kampioenschappen. Bij Den Dulk ligt dat anders”, legt Gysel uit. “Zij wil echt Belgische worden. Sinds januari 2019 woont ze in Hasselt. Ze traint ook hier en neemt de Belgische mentaliteit over.”

Bovendien komt Den Dulk niet uit in het langebaanschaatsen, maar uit het shorttrack. “Dat is veel meer een teamsport. Je hebt mekaar veel meer nodig.”

Hoe moeten we het niveau van Den Dulk nu inschatten? In Nederland behoort ze niet tot de absolute top en daarom wordt ze niet opgevist voor de Nederlandse nationale ploeg. Toch is Den Dulk volgens Gysel een goede versterking. 

“Individuele medailles kunnen we van haar niet verwachten, maar ze is wel een uitstekende verbreding voor de kern.”

België kan de jongste jaren rekenen op een zeer sterke lichting in het shorttrack. Hanne Desmet behoort op Europees niveau bij de top 5 en kan met een superdag zeker meestrijden voor een medaille. Haar broer Stijn behoort tot de wereldtop. 

Met Den Dulk erbij hoopt Gysel om voortaan ook te kunnen scoren op de zogenaamde mixed relay, de gemengde aflossingsploeg met 2 vrouwen en 2 mannen. 

“Met deze kern kunnen we met het oog op de Olympische Winterspelen van 2022 in de buurt van de medailles komen”, besluit Gysel ambitieus.