Herygers: "Iserbyt zal weerwerk kunnen bieden aan Van Aert en Van der Poel"

Toon Aerts leek met drie overwinningen op rij in Gieten, Beringen en Kruibeke de te kloppen man, maar een week voor het EK in Rosmalen (Ned) verkeert Eli Iserbyt in bloedvorm. De 23-jarige West-Vlaming imponeerde in Ruddervoorde en op de Koppenberg.

"Het is een strijd tussen een lichtgewicht en een tegenstander die 20 kilo zwaarder weegt", zegt Wuyts. "Als het vlak of licht heuvelachtig is, is Iserbyt de evenknie van Aerts. Maar op een parcours als de Koppenberg zie je een duidelijk verschil."

"Iserbyt is een klimmer met een explosief vermogen. Het is een lust voor het oog hoe hij op de kleine tussenhellingen zijn suprematie toont."

"Ik vind hem straffer dan vorig jaar en dat is al iets om u tegen te zeggen", vult Herygers aan. "Iserbyt zit rotsvast op zijn fiets en maakt weinig fouten. Hij kan Wout van Aert en Mathieu van der Poel uitdagen. Het zou me niet verbazen als hij de eerste weken echt weerwerk kan bieden."

"Een gewaagde uitspraak, maar er zit een grond van waarheid in", besluit Wuyts. "Iserbyt houdt iets achter de hand. Hij wil nog niet zijn absolute top bereiken. Hij rijdt nu aan 90 procent om in december helemaal mee te doen."

Iserbyt en Aerts richten de schijnwerpers op zich, maar ook enkele jonge talenten tonen zich. "Quinten Hermans is aan het komen", zegt Wuyts. "Hij kan op de vlakkere parcours al meedoen voor het podium."

"Van Michael Vanthourenhout had ik misschien net iets meer verwacht. Misschien spiegelt hij zich te veel aan Iserbyt. Hij zal in elk geval niet meteen het overwicht van Iserbyt en Van Aert overnemen."

Achter hen gaapt een grote kloof. De beloften moeten door de coronamaatregelen meestrijden met de profs. "Je wordt er stil van", zegt Herygers. "De ene stapt vroegtijdig uit de wedstrijd, de andere is kapot."

"De beloften moeten volharden dit jaar. Ze moeten optornen tegen de beroepsrenners en dat is een harde realiteit. Thibau Nys is nog maar 17 jaar en zal op deze manier zijn weg moeten vinden."

"Er zit meer variatie in de wedstrijden bij de vrouwen dan bij de mannen", opent Wuyts. "Er zijn 4 of 5 vrouwen die een cross kunnen winnen. Alvarado wint als het spannend is, Worst heeft een voordeel als het zwaarder wordt."

"Er steekt niemand bovenuit", zegt Herygers. "Maar de Nederlandse vrouwen domineren. Of de Belgische vrouwen de kloof nog kunnen dichten? De kans is klein en dat is jammer."

"We hebben zo lang geteerd op het talent van Sanne Cant. Iedereen kon er een puntje aan zuigen. En nu is het hopen dat er links of rechts iemand uit de bus valt, maar dat wordt steeds moeilijker."

"Eind november of begin december zouden we moeten weten of de machine van Cant weer aan de praat geraakt", zegt Wuyts. "Dat is doorgaans de periode waarin ze beter voor de dag komt."

Wie heeft na de Koppenbergcross de beste kaarten in handen voor het EK van volgende week in Rosmalen? "Het is een totaal ander traject", aldus Herygers. "Normaal gezien wint Eli Iserbyt, maar Laurens Sweeck zal een zware tegenstander worden."

Ook Wuyts zet Iserbyt op nummer 1. "Iserbyt zal bepalen wie wint op het EK en dat wordt hijzelf."

Bij de vrouwen krijgt wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado de voorkeur. "Alvarado is koel genoeg om in een sprintje de titel te pakken", zegt Herygers. "Ze heeft een tikkeltje meer grinta."