Van Aert: "Crisis niet misbruiken om systeem met prijzengeld voorgoed te veranderen"

Wout van Aert heeft zijn blik op het laatste luik van zijn wegseizoen gericht, maar in de verte loert ook al de cross. Weet hij al hoe waar hij zal rijden?

"Ik heb al iets in mijn hoofd", antwoordt de 3-voudige wereldkampioen, "maar ik moet nog met de ploeg en mijn trainers kijken hoe lang ik moet rusten en hoe ik weer zal opbouwen."

"We moeten ook afwachten hoe de crosskalender er zal uitzien, want zoals het nu gaat, ziet het er niet goed uit. Ik wil in ieder geval top zijn op het WK, dus wellicht begin ik ergens in december weer te crossen."

Het wereldkampioenschap veldrijden vindt dit jaar plaats op 31 januari in Oostende.

Intussen proberen ze de veldritwereld te hervormen door minder startgelden uit te keren en meer prijzengeld. "Ik weet niet of ik zal moeten inleveren", zegt Wout van Aert daarover. "Ik kijk eerst naar de crossen die ik wil rijden en dan gaat mijn manager aan de slag om startvergoedingen af te dwingen."

"Ik weet niet of er nog geld voor mij zal over zijn. Maar het zou niet correct zijn en zelfs betreurenswaardig als Mathieu (van der Poel, red) en ik goed betaald worden en de rest onder het barema vallen (waarbij het startgeld wordt afgetopt, red)."

"Ze hebben er nu aan de ene kant wat afgehaald, maar aan de andere kant - het prijzengeld - is het amper verhoogd. We begrijpen allemaal dat het door covid niet gemakkelijk is en er ingeleverd moet worden, maar ze mogen de crisis niet misbruiken om het voor altijd te veranderen."

"Er gaat nu eenmaal veel geld om in de cross, dus dan is het maar normaal dat je daar als renner van profiteert."