Komend seizoen zullen maar drie in plaats van vijf volleybalclubs de Belgische kleuren verdedigen in Europa. Aalst, Roeselare en Maaseik (in de voorronde) treden aan in de Champions League. Leuven en Achel beslisten vanwege de coronacrisis Europees niet in actie te komen.
Het afgelopen seizoen werd in maart definitief stopgezet zonder dat er een rangschikking of kampioen werd gekroond. Met Roeselare, Aalst, Achel en Maaseik kwamen op dat moment nog vier teams in aanmerking voor de titel.
Maandag bevestigde de Belgische Volleyliga tijdens een onlinepersmoment dat Lindemans Aalst en Knack Roeselare komend seizoen onmiddellijk geplaatst zijn voor de vierde ronde (poules van vier) in de Champions League.
Greenyard Maaseik kreeg op basis van het palmares van de Limburgers een ticket voor de kwalificaties. Als Maaseik zich niet kan plaatsen voor het kampioenenbal, dan is er nog het vangnet van de CEV Cup.
Tectum Achel en BDO Leuven besloten "om covid-redenen" niet Europees te spelen. De Liga toont begrip voor die beslissing, maar benadrukte maandag dat "in normale omstandigheden alle clubs Europese ambities moeten hebben".
"Europese tickets zijn voor ons belangrijk als kapstok om het niveau van onze competitie hoog te houden", verklaarde voorzitter Philippe Boone.
Geen Beneleague
Het idee van een Beneleague, een grensoverschrijdende competitie met Nederland, is intussen van tafel geveegd.
"We zijn aangesproken door twee Nederlandse clubs en hebben een open discussie gehad", bevestigde Boone. "Maar onze conclusie was dat het niveau van de Nederlandse competitie laag is."
"Het is niet zoals in het basketbal waar de Belgische en Nederlandse top vijf aan elkaar gewaagd zijn. Een Beneleague zou ten koste gaan van onze kleinere clubs en biedt ook geen commerciële meerwaarde of extra aandacht in de media."