Werk aan de handbalwinkel: "De BENE-League moet zichzelf heruitvinden"

Voor wie het handbal niet op de voet volgt, toch even kort de geschiedenis van de BENE-League uit de doeken doen. 2008 was het eerste jaar. Het doel van wat toen de Beneliga heette was het spelniveau in de twee landen opkrikken.

Acht ploegen, vier Belgische, 4 Nederlandse namen deel. Er was een prijzenpot van 20.000€, de winnaar kreeg 10.000€.

Sasja, met Alex Jacobs als één van de grote promotoren van de nieuwe competitie, was de eerste winnaar. Tussen 2010 en 2014 namen ook Luxemburgse ploegen deel, maar vanaf het seizoen 2014/2015 bleven alleen de Nederlanders en de Belgen over.

Nu al jaren wordt er zonder prijzenpot, zonder titelsponsor en zonder een beloning in de vorm van een Europees ticket gespeeld. Alles voor de eer, alleen maar voor de eer.

Luc Tack, de voorzitter van Tongeren en in 2008 als voorzitter van de Belgische handbalfederatie mee aan de wieg van de Beneliga, is scherp en zegt dat hij de mening vertolkt van de zes Belgische clubs die deelnemen aan de grensoverschrijdende competitie.

“De BENE-League  (met Nederlands management en tot voor kort een Nederlandse voorzitter Gio Antonioli) heeft een tijdje onze corebusiness - het handbal - uit het oog verloren. Alles staat in het teken van marketing, livestream, administratie."

"De Belgische clubs hebben in het verhaal nu al een paar jaar nog nauwelijks iets te zeggen. Er is geen transparantie meer, we weten niks over de financiën. Er is te weinig competentie. Vandaar dat we zin hadden om de stekker eruit te trekken."

"We zien natuurlijk ook waar we zelf in gebreke blijven. Onze vijver bij de jeugd is te klein. Daarom dat er in België ook zoveel buitenlanders aan de slag zijn."

"We moeten dus veel meer eigen spelers opleiden en hen dan kansen geven om in de BENE-League te spelen. Ook het niveau onder de BENE-League moeten we opwaarderen.  Conclusie, de BENE-League moet zichzelf heruitvinden. De aanstelling van Michel Kranzen als opvolger boezemt wel vertrouwen in, maar hij heeft veel werk op de plank. ”

Jo Smeets, een Belgische ex-handbaltopper en tegenwoordig assistent-coach bij de Red Wolves, is al een paar seizoenen de hoofdtrainer van het Nederlandse Bevo uit Panningen. Hij is ideaal geplaatst om de verschillen tussen de Nederlandse en Belgische aanpak in kaart te brengen.

"Laat me eerst zeggen dat ik het handbalniveau nog altijd goed vind. Niemand wil terug naar alleen maar een eigen eredivisie. Maar de werking van de BENE-League is niet optimaal, het mag soepeler, vlotter”, zegt Smeets.

“Het valt wel op dat in Nederland de gemiddelde leeftijd van de ploegen lager is, dat er veel meer jeugdwerking is. De vijver is hier ook veel groter met clubs die vaak 400 en 500 jeugdspelers hebben. België teert te veel op buitenlanders. Nelo met 10 Nederlanders bijvoorbeeld, Wezet ook met 7 of 8 buitenlanders."

"Nederlandse ploegen zoals Houten, E&0, Beek willen nog wel meedoen, maar hebben ook wat schrik. Financieel is het niet makkelijk en Houten bijvoorbeeld redeneert dat het zich op de jeugd concentreert en dat het dan niet fijn is om de eigen spelers door Belgische clubs te zien wegkopen."

"Veel clubs spelen ook liever regionale derby’s met veel volk hier dan Belgische clubs te ontvangen die geen volk meebrengen. Dat is natuurlijk ook een probleem, in België zijn er ploegen die nog nauwelijks toeschouwers hebben, in Nederland loopt dat ook beter. Wij hebben voor elke match 700 à 800 toeschouwers. Zonder toeschouwers wordt het moeilijk om de BENE-League als interessant product te gaan verkopen.”

Jo Smeets wordt hierin bijgetreden door Gio Antonioli, de Nederlandse ex-voorzitter van de BENE-League. “Je moet wat meer doen dan alleen maar een handbalmatc  spelen“, zegt hij. “Kijk naar het basketbal bijvoorbeeld, daar is veel meer animatie."

"In Nederland zijn er een aantal clubs die redeneren dat ze niet met alle geweld kampioen willen worden, ze willen ook volk op de tribunes en ze besteden dus een deel van hun budget aan entertainment. Het is een avondje handbal EN spektakel. Dat is een cultuurverschil tussen de twee landen. Onze livestream, die een stevige investering inhoudt, slaat ook beter aan in Nederland dan in België."

"Ander heikel punt : België is gebaat bij de opvolging van de huidige generatie. Niet alleen denken aan het onmiddellijke resultaat. Je moet met andere woorden je eigen talenten koesteren. Dus investeren in opleiding en daarvoor budget vrijmaken."

"Een goede jeugdtrainer is belangrijk, maar die kost geld. Op dit moment profiteren de Nederlanders meer dan de Belgen. Veel van onze talenten spelen in België. Voor de toekomst van het Belgische handbal is dat niet verrijkend."

Michel Kranzen ademt al een heel leven lang handbal. Hij werkte met de nationale jeugdselecties en was jarenlang de assistent van Yerime Sylla bij de nationale ploeg. Nu is hij dus de voorzitter van de BENE-League.

“Het belangrijkste is dat iedereen het engagement heeft aangegaan om ermee door te gaan“, zegt Kranzen.

“Ik bekijk de problemen als uitdagingen. We willen een zo hoog mogelijk sportief niveau bereiken. Dat is cruciaal voor onze nationale ploegen, voor onze individuele spelers. Als we Europees willen meedraaien, dan moeten we deze stap zetten."

"We mogen niet vergeten dat we een opleidingscompetitie zijn en dat we onze spelers uit willen sturen naar toplanden zoals Frankrijk en Duitsland. Natuurlijk moeten we gaan voor meer beleving, voor meer uitstraling, voor meer aandacht in de media, voor betere commercialisering, voor een stevigere organisatie."

"Daarom komt er een professionele manager, komt er een Raad van Toezicht. Ik moet zorgen dat de clubs in beide landen meer met mekaar gaan praten. Ik wil ook het niveau onder de BENE-League beter kennen, begrijpen waarom zij niet meestappen in het verhaal."

"Mijn eerste opdracht is nu ervoor zorgen dat volgend seizoen goed kan beginnen. Corona geldt ook voor ons, dus zorgen dat we een scenario A en B hebben. En op de langere termijn moet je durven dromen. Een club uit de BENE-League die deelneemt aan de Champions League, dat zou schitterend zijn.“