Wordt Simmons de verrassing in Vlaanderen? "Er staat niet elk jaar een Evenepoel op"

Dankzij een gunstige wind waaiden vanuit Mallorca enkele duidelijke berichten onze richting uit: Quinn Simmons vloog op trainingskamp van Trek-Segafredo. De nog maar 18-jarige Amerikaan werd in september wereldkampioen bij de junioren en staat nu al voor zijn debuut bij de profs.

"Of hij vlamde op Mallorca? Ja, dat deed hij zeker", verklapt ploegleider Steven de Jongh aan Sporza. "Quinn vertoeft al een tijdje in Europa. In december is hij naar Sicilië gekomen en met de eindejaarsperiode is hij niet teruggekeerd naar de VS. Hij is naar Mallorca getrokken met zijn vader en daar hebben we nu ons trainingskamp gehad."

"Quinn was inderdaad heel goed op stage. Hij staat er goed voor, want hij heeft deze winter heel veel getraind en hij kijkt uit naar zijn debuut eind deze maand in de Challenge Mallorca."

"Daarna volgt de Ster van Bessèges en dan trekt hij richting België. Van februari tot half april zal hij in België verblijven, waar hij eerst veel koersen zal verkennen. En dan krijgt hij een mooi programma voor de Vlaamse koersen."

Zijn de Vlaamse heuveltjes en kasseistroken dan echt spek naar de bek van het Amerikaanse raspaardje? "De klassiekers hebben zijn voorkeur en hij wil er zijn neus aan het venster steken. Maar Quinn is nog zo jong en kan zich nog heel hard ontwikkelen", zegt zijn Nederlandse sportdirecteur.

"Quinn is heel talentvol en staat er na deze winter goed voor. Maar nu moet je het nog in de wedstrijden doen. De kampioen van de trainingskampen zijn, daar heb je voor het overige niet veel aan."

"Maar hij is heel gedreven om zich meteen te mengen tussen de groten. Tijdens trainingen op de rollen kijkt hij naar de finales van Parijs-Roubaix. Hij is jong, maar hij is erg ambitieus en is met zijn vak bezig."

"Zoals hij nu rijdt, verwacht ik dat hij geen modderfiguur zal slaan en dat hij zijn mannetje kan staan in het peloton. Maar wielrennen is een ploegsport en hij zal ook moeten leren om af en toe een knechtenrol op zich te nemen. Je stelt voor de klassiekers de beste ploeg op, niet de sterkste individuele renners."

"Voor Quinn is dat misschien een nieuwe situatie, want bij de junioren draaide alles rond hem. Maar hij krijgt bij ons zeker kansen. Het is nu nog te vroeg om te zeggen dat hij de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix zal rijden, maar in koersen zoals de GP Denain, Nokere Koerse, de GP Samyn of Kuurne-Brussel-Kuurne kan hij zich zeker tonen."

Wie Quinn Simmons zegt, zegt al snel Remco Evenepoel. Ook onze landgenoot overklaste iedereen bij de junioren en stapte meteen over naar de profs. En iedereen weet hoe stormachtig het debuutjaar van Evenepoel bij de profs was. Heeft Simmons het ook in zich om zo snel al potten te breken?

Steven de Jongh: "Hij kan zeker het vermogen leveren om dat te doen, dat hebben we tijdens de voorbije stage gezien. Maar wat Remco gedaan heeft, is erg bijzonder. Ik denk niet dat er elk jaar zo'n renner zal opstaan. Voor ons zou het natuurlijk wel heel leuk zijn. Maar een iets minder snelle ontwikkeling en daarna potten breken, dat is ook goed."

Met Simmons aan boord heeft Trek-Segafredo alvast een extra wapen. "Onze voorjaarsploeg wil bewijzen dat het voorjaar van 2019 een miskleun was. Ze hebben een goed naseizoen gereden, met onder meer Jasper Stuyven die weer begon te winnen en Mads Pedersen die wereldkampioen werd. De sfeer in die klassieke groep is echt goed. Ze willen er met zijn allen voor gaan."