Ga naar de inhoud

ANALYSE: OHL halfweg periode 1 op kop in 1B, met dank aan de superspitsen

 ma 23 september 2019 07:12
Jérémy Perbet schreeuwt het uit na zijn doelpunt tegen Lommel.
Jérémy Perbet schreeuwt het uit na zijn doelpunt tegen Lommel.

Na een periode vol kommer en kwel staat OH Leuven weer onder de mensen. Meer: na de 1-0 tegen Lommel deelt OHL na 7 speeldagen in 1B de lakens uit. Onze analist Karel Fraeye legt - halfweg de eerste periode - uit wat de Leuvenaren dit seizoen zo onweerstaanbaar maakt. 

De koopwoede van OH Leuven leverde de club op het allerlaatste moment van de transferzomer nog een pure goalgetter op. Niemand minder dan Jérémy Perbet (oud-topschutter van Bergen, Sporting Charleroi en Tubize) tekende bij OHL een overeenkomst.

 

Perbet legt als één van de weinige spitsen bij zowat elke club waarvoor hij speelde indrukwekkende cijfers voor. Van zijn 14 clubs lukte het hem enkel bij Club Brugge niet om zich in de geschiedenisboeken te schrijven.

 

Het is de typische spits die elke trainer in zijn selectie wil en de spits die je liefst niet in het andere kamp ziet. Perbet is een koele killer, die geduldig wacht op die ene kans of fout om toe te slaan. 

Vechten voor één plaats

Bij zijn overgang van Charleroi naar OHL gaf Perbet zelf duidelijk aan dat hij op zijn 34e absoluut aan spelen wil toekomen en daarom bewust naar deze ambitieuze club kwam. Al zal de Fransman zich in het King Power-stadion ook financieel heus niet verzwakt hebben.

 

Woorden die ongetwijfeld ook ter ore kwamen van zijn collega-spits Thomas Henry. Niet helemaal hetzelfde profiel als spits, maar wel ook een man van "de box". Eentje die goed positie kiest, van een strakke voorzet houdt, kopbalsterk is en met het nodige vertrouwen zelfs als een uitstekende aanvalsleider-niveau 1A geldt.


Tot je uiteraard concurrentie krijgt en de status van aanvalsleider geen vanzelfsprekendheid meer is. Het wordt echt uitkijken hoe OHL-trainer Euvrard en co de komende weken omgaan met hun spitsen. 

Beide spitsen voelen zich goed in hun vel

Op Union behaalde OHL vorige week met zeer veel geluk en een heel laat strafschopdoelpunt van Henry een onverhoopt gelijkspel, nu was het zijn concurrent Perbet die als invaller (voor Henry ) de moedige Limburgers uit Lommel zowat 10 minuten voor tijd uittelde en OHL een moeizame driepunter liet optekenen.

 

Beide spitsen voelen zich op dit moment ongetwijfeld goed in hun vel en zullen allebei misschien meer minuten verwachten dan ze krijgen.

 

Zo lang de resultaten bijna perfect zijn - zoals het OHL nu vergaat - zal er geen ruimte zijn voor uitingen van frustratie en aanvaardt elke speler - zelfs de meer egoïstische spits - zijn plek op de bank.

 

Echter, als het motortje een beetje stokt, zal de technische staf van OHL zijn ervaring nodig hebben om iedereen mee te blijven krijgen in "het verhaal".

 

Met de bekerwedstrijd op STVV woensdagavond en een zware verplaatsing komend weekend naar Beerschot kunnen de minuten nog netjes worden verdeeld, maar nadien zullen keuzes moeten worden gemaakt. Tenzij het duo Perbet-Henry compatibel blijkt, al lijkt die combinatie - in theorie - moeilijk verzoenbaar.

Interview met Jérémy Perbet:

De twee smaakmakers van de heenronde

1. Mathieu Maertens. De middenvelder is intussen aan zijn derde seizoen bezig bij OHL. Met 4 goals uit 7 partijen legt Maertens niet alleen knappe statistieken voor, nog belangrijker is dat hij met zijn vlotte combinatiespel, loopvermogen, vorm en vertrouwen een bepalende schakel is van het huidige Leuven.

 

2. Dino Toppmöller. De nieuwe trainer van Virton bleef rustig na de gemiste start, met 0 op 6. Zonder voorkennis van de reeks werkte de Duitser zich echter snel en goed in, en maakte van de promovendus een zeer respectvol en intussen te duchten 1B-team.

 

Waar Virton in het verleden toch ook de stempel kreeg van vooral potige en viriele tegenstander, brak Toppmöller met dit imago. Virton brengt degelijk voetbal en nestelde zich knap in de top 3. Dat Virton als promovendus slechts 2 tegendoelpunten incasseerde tot nu toe is bijzonder knap en het resultaat van intensief werken op training en het maken van goede analyses. Ik zie Virton niet als periodekandidaat, maar wat Toppmöller met zijn kern realiseert verdient respect. 

Mathieu Maertens, met nummer 33.

Karel Fraeye