TD Koen Van Buggenhout: "Weg naar de zwemtop is lang en moeilijk"

1 finaleplaats (Fanny Lecluyse op de 200m schoolslag), dat is de magere Belgische oogst op het WK zwemmen. "Het is niet wat we ervan verwacht hadden, omdat enkele van onze toppers de vooropgestelde doelstellingen niet waarmaakten", zegt technisch directeur Koen Van Buggenhout.

"Pieter Timmers had hier de finale moeten zwemmen, maar hij was na een belastend jaar niet in topvorm. Hier hebben de criticasters dus een punt."

"Louis Croenen werd uitgeschakeld in de halve finales (200 meter vlinderslag). Hij zwemt sinds 1 jaar bij een nieuwe trainer. Er wordt hard gezocht naar de oorzaken, want Louis heeft dit jaar net als Pieter al mooie tijden laten zien."

"We hadden beter moeten pieken, maar we mogen deze toppers niet te snel afschrijven. Volgend jaar zijn de Spelen, het kampioenschap waar Pieter en Louis vorige keer mee zorgden voor 4 finales en 1 medaille. Een knappe oogst voor een kleine zwemnatie."

"De jongeren deden het op dit WK behoorlijk goed in de estafette", ziet Van Buggenhout ook lichtpuntjes. "Voor hen was top 12 en een olympisch ticket het doel. Deze vernieuwde ploegen werden 13e en 14e in tijden die zeker gezien mogen worden."

"Het moet allemaal nog beter en we moeten als bescheiden zwemnatie alles uit het aanwezige talent halen, waarbij we erkennen dat er de laatste jaren te weinig zwemmers de stap naar de wereldtop hebben kunnen zetten."

"Dat is een analyse die in veel Europese landen wordt gemaakt. Vraag het maar aan onze Noorderburen. Ooit een van de best presterende landen onder de kleine zwemnaties, nu 1 zilveren medaille op een niet-olympisch nummer op het rapport."

"Slechts 4 Europese landen speelden een rol van betekenis op dit WK: Groot-Brittannië, Rusland, Hongarije en Italië. Allemaal landen met een traditie van hoge trainingsomvang bij de jeugd, waarbij het de regel is dat jongeren van 15 jaar wekelijks 10 zwemtrainingen van 2 uur afwerken."

Van Buggenhout is het dan ook niet eens met de analyse van ex-topzwemster Carine Verbauwen dat de topsportschool overbodig is.

"De Vlaamse Zwemfederatie ondersteunt ook talenten die zich in hun club ontwikkelen, maar als die clubs er niet in slagen om deze jongeren minimaal 15 uur aan te bieden omdat ze onvoldoende zwemwater of trainers hebben, geeft de topsportschool hen de mogelijkheid om die trainingsachterstand bij te timmeren."