De zege in Saint-Dié-des-Vosges was weggelegd voor Peter Sagan, maar de Belgen speelden in de sprint opnieuw een opvallende rol, met ereplaatsen voor Stuyven, Van Avermaet en vooral Van Aert.
Wout van Aert kon voor het eerst deze Tour zelf zijn kans gaan in een sprint voor de overwinning. Het leverde meteen een 2e plaats op. Was dat het hoogst haalbare? "Nee, de 1e plaats is het hoogst haalbare", zegt ploegleider Nico Verhoeven.
"Hij begon iets later aan zijn sprint dan Sagan, die met zijn kattensprong al meteen een paar lengtes nam. Als ze op hetzelfde moment waren begonnen, was het een close finish geweest."
Van Aert zelf schommelde ook tussen tevredenheid en ontgoocheling. "Ik rijd een goeie sprint, want ik had het gevoel dat ik niet veel terrein verloor op Sagan."
"Als ik een sprint verlies is het vaak omdat ik te laat heb aangezet. Ik moet gewoon wat meer vertrouwen hebben en vroeger aanzetten."
"Maar de benen zijn goed en er komen nog kansen voor mij. Morgen niet. Ik heb al veel gegeven de voorbije dagen en morgen wil ik wat energie sparen. Ik zal dus niet voor mijn witte trui strijden. Ik sta maar 15 seconden voor op Bernal. In die laatste kilometer alleen al verlies ik 2 minuten op hem."
Bekijk de sprint:
Stuyven: "Had net een mindere dag"
- Greg Van Avermaet (5e): "Het was een vrij snelle sprint, ondanks de tegenwind. Ik zat goed gepositioneerd, maar meer dan een 5e plaats zat er niet in. De rit van morgen zal mijn petje te boven gaan. Dan probeer ik vooral te recupereren, want later komen er nog kansen."
- Jasper Stuyven (9e): "Ik voelde me niet super vandaag. Dat krijg je in de Tour: je hebt goeie, mindere en slechte dagen. Het was vooral aanklampen. Een sprint met de wind op kop is bovendien niet echt mijn ding. Jammer, want net nu werd ik perfect gebracht. Ik doe wel nog mee, maar veel snelheid zat er niet in. Met deze benen mag ik nog tevreden zijn met wat ik uit de brand sleep."
