Ga naar de inhoud

Hoe ziet de ideale sprinttrein eruit? Robbie McEwen vertelt het u

 di 9 juli 2019 16:43
Robbie McEwen won drie keer de groene trui in de Tour

"In mijn tijd bestond de sprinttrein nog niet", zegt rassprinter Robbie McEwen. Maar intussen is die haast noodzakelijk om in een vlakke etappe als eerste over de finish te komen. Wij vroegen aan de Australische sprintbom wat het belang is van het treintje en de "lead-out".

  1. De ideale manier om te sprinten is achter een sprinttrein. Daarbij ga ik in optimale omstandigheden uit van een treintje van 4 renners plus de sprinter.

  2. Mijn team zou ik vanaf 1 kilometer voor de finish laten werken en iedereen een beurt van 200m laten doen. Op die manier moet je sprinter enkel rekening houden met de man in zijn wiel.

  3. Als je uitgaat van een snelheid van 60 km/u dan kan elke renner 200 à 250 meter doen. Dit moet je goed uitrekenen, zodat iedereen zijn beurt kan doen en de sprinter niet te vroeg vooraan begint te spartelen.

  4. Je bouwt je trein op van sterke renners die minder snel zijn naar steeds snellere renners.
     
  5.  De voorlaatste positie is voor een renner die zelf top 5 zou kunnen sprinten. Hij moet het volhouden tot 200m, liefst 150m van de finish. Hij drijft de snelheid op van 67 km/u naar 72 km/u. Zo kan hij de concurrentie afhouden.

  6. De voorlaatste, ook wel "lead-out" genoemd, is van levensbelang. Aan de finish gaat het vaak over millimeters. De laatste man moet zijn sprinter dus zo ver mogelijk op sleeptouw nemen. Bovendien moet zijn snelheid blijven op- in plaats van aflopen, zodat zijn sprinter écht gelanceerd is.

Wie is Robbie McEwen?

Robbie McEwen (47 jaar) is een Australische ex-sprinter die actief was 1996 tot 2012. Hij reed een groot deel van zijn loopbaan bij Lotto-Adecco. Hij won 12 ritten in de Tour en veroverde 3 keer de groene trui.

 

Hij woonde een tijdlang in België, maar is intussen weer verhuisd naar zijn thuisland. Tijdens de Tour geeft hij commentaar bij de ritten.