“Johansson wou voetbalwereld zuiveren van corruptie onder Havelange en Blatter”

Michel D’Hooghe stond als sterke man in het Medisch Comité van de UEFA jarenlang dicht bij voorzitter Lennart Johansson. D’Hooghe verliest met Johansson dan ook een vertrouwensfiguur en een goede vriend. 

“Lennart was iemand bij wie ik altijd ten rade kon. Als er op nationaal gebied problemen waren dan was Lennart er altijd met een luisterend oor en zijn enorme ervaring. Zijn overlijden ontroert me oprecht.”

Johansson was 16 jaar lang voorzitter van de UEFA en was één van de scheppers van de Champions League, die in 1992 opgericht werd als opvolger van de Europacup I. Met zijn palmares is de Zweed dan ook één van de belangrijkste voetbalbestuurders van de afgelopen decennia.

“Lennart Johansson was wat mij betreft een legendarische figuur voor de ontwikkeling van het voetbal in Europa. Ik heb hem heel zijn carrière meegemaakt. Hij was een echt vaderfiguur. Een rondborstige, zware, grote man met een enorme autoriteit. Hij heeft altijd met heel veel gezag zijn functie uitgeoefend.”

Ook op journalist François Colin heeft Johansson tijdens zijn lange carrière een goede indruk nagelaten.

“Hij was één van de meest betrouwbare mensen die ik in de voetbalwereld ontmoet heb. En dat is een kwaliteit die in dat wereldje vrij uitzonderlijk is. Hij is een man geweest die altijd alles op een eerlijke en sociale manier wou beheren."

"Hij is ook jaren in verzet geweest tegen het beheer van João Havelange en later Sepp Blatter die allerlei louche zaken deden. Hij heeft destijds in 1998 dan ook geprobeerd voorzitter te worden van de FIFA maar hij is toen verslagen door Blatter, die de avond voor de verkiezingen nog met allerlei omslagen naar de bondsleden stapte."

“Hij had niet meteen de ambitie om FIFA-voorzitter te worden. Hij wou vooral de voetbalwereld zuiveren van de corruptie die toen heerste. Geld was het enige dat een rol speelde toen, en daar ging hij tegenin. Maar met een bedaarde stijl, want hij was in tegenstelling tot wat zijn postuur doet vermoeden een heel rustige man.”