Van Den Spiegel: "Belgisch basketbal heeft een NBA-speler nodig"

Van Den Spiegel (40) basketbalde aan de top bij Aalstar en Oostende en in Spanje, Rusland en Italië. Tegenwoordig is hij voorzitter van de ULEB, de Vereniging van Europese Basketballiga's. Waarom spreekt het product basketbal in België niet meer aan, vroeg Vandegoor hem?

Van Den Spiegel kent het antwoord: "De laatste decennia waren er heel veel evoluties. Vroeger was de NBA iets dat over de plas gebeurde. Door de digitale revolutie komt de NBA heel dicht tot bij ons."

"De NBA is misschien wel het beste sportproduct op aarde: het is door een heel sterke marketing over heel de wereld bekend. Vanaf het tijdperk van Michael Jordan tot vandaag met Stephen Curry. Elk kind dat een beetje geïnteresseerd is in basketbal, kent die. Dat zijn de idolen van vandaag."

"Vroeger toen ik kind was, gingen we echt nog naar Belgische wedstrijden kijken omdat we daar onze idolen hadden. We hadden nauwelijks toegang tot de NBA. Door de digitale media zie je nu 's ochtends bij het opstaan al de highlights van de NBA. Ik denk dat dat ermee te maken heeft dat het Belgische basketbal het moeilijk heeft om nog idolen te kweken en een aantrekkelijk product te zijn."

"Daarnaast is er natuurlijk ook het feit dat er in de sport een aantal economische verschuivingen gekomen zijn mét een stukje polarisering: heel veel geld gaat naar bepaalde sporten. Een aantal andere sporten, ik denk dat de zaalsporten toch het meest getroffen zijn, ziet toch wel af op budgettair vlak."

Kleine sporten klagen dat ze te weinig aandacht krijgen, maar als er dan aandacht is, lijkt bijna niemand te kijken. Van Den Spiegel countert: "Het is wel opvallend dat de participatiegraad van basketbal - ook al is die wat gezakt - nog steeds zeer hoog is. Je ziet dat het als participatiesport nog steeds werkt. Alleen is men niet echt meer geïnteresseerd in het product professioneel basketbal in België."

Van Den Spiegel ziet wel een aantal oplossingen: "Kijk naar het succes van de Giants de laatste maanden. Dat brengt wat teweeg. Dus sportieve prestaties zijn belangrijk. Een betere opleiding en betere teams, die het een stukje beter doen internationaal,  kunnen op dat vlak helpen."

"Anderzijds moeten we ook zeggen dat we internationale sterren nodig hebben. We zijn een van de weinige landen die het nog zonder échte NBA-ster hebben moeten stellen. Als je ziet wat Ann Wauters voor het vrouwenbasketbal heeft gedaan: eigenlijk hebben we op korte termijn - ook al zit het er misschien niet direct in - een NBA-speler nodig die een boost kan geven aan basketbal in België."

Oud-speler Ronny Bayer, cocommentator van Vandegoor bij de Final 4 van de Champions League, ziet ook geen echte persoonlijkheden meer in het basketbal. Van Den Spiegel en Daren Queenan bij Aalst waren zowat de laatsten, daarna moet je al terug naar de mannen van de jaren 80 en 90.

Nu zijn er veel jonge college-jongens van 20, 21 jaar en die spreken niet meteen aan. "En dat heeft te maken met het Bosman-arrest", weet Van Den Spiegel. "Vroeger bleven de Amerikanen als ze goed waren 5, 6, 7 jaar in ons land. Vandaag is België een competitie geworden die zeer aantrekkelijk is bij jonge Amerikanen. Omdat ze zich enerzijds kunnen tonen aan Europa en anderzijds kunnen ze een cultuur die zich heel erg aan hen aanpast, tot zich nemen."

"Wij Vlamingen en Walen proberen hen in het Engels te helpen. Onze cultuur staat niet zo ver af van de hunne. Ze kunnen hier naar McDonalds en Burger King. Dat helpt hen. Dat soort competitie zijn we geworden."

Als voorzitter van de ULEB ijvert Van Den Spiegel voor een sterke thuisliga. "Dat is nog altijd de bodem van de piramide."

Hoe zou hij het Belgische basketbal veranderen om aantrekkelijker te worden, wou Vandegoor tot slot weten? Nu zijn er 10 ploegen, waarvan er 8 mogen meedoen aan de play-offs. Daar speel je dan een heel seizoen voor. Ploegen spelen heel vaak tegen elkaar, de back-to-back-weekendduels lijken interessant, maar lokken ook niet heel veel volk.

Van Den Spiegel ziet niet heel veel oplossingen. "Al vind ik wel dat de Belgische Liga de laatste jaren stappen vooruitzette. Nu moeten de teams nog mee. Heel wat teams blijven hangen in het verleden."

"Hoe dat komt? Dat is de vraag van de kip of het ei. Teruglopende budgetten spelen een rol, maar ze zijn ook niet altijd mee met de evolutie van sport als product en business. Dat moet men op clubniveau onderkennen. Dat mis ik vandaag wel een beetje."

Van Den Spiegel ziet nog een must: "Anderzijds hebben we nood aan nieuwe clubs: een stad als Gent zou eigenlijk altijd een eersteklasser moeten hebben. Er zijn genoeg teams in Gent, maar men slaagt er maar niet in om samen te werken."

"Zuid-West-Vlaanderen, met Ieper, Kortrijk, Waregem, was altijd een heel belangrijke regio voor het basketbal, maar heeft nu geen eersteklasser. Er is nu een initiatief in Kortrijk, maar dat is op de lange termijn gericht."

De basketbalbestuurder ziet wel een aantal mogelijkheden: "Maar dan moeten er op lokaal niveau mensen opstaan en leiderschap op zich nemen." Nu zijn sommige bestuurders vastgeroest geraakt bij de clubs. "Ik ben nu 40 jaar, maar als je ziet hoe sommigen van 22, 25 of 28 jaar naar sport als product kijken, moet je toegeven dat je af en toe alles wat je dacht geleerd te hebben in het verleden overboord moet gooien. Wat in de jaren 90 en begin 2000 gold, geldt niet meer in de sportindustrie. Je moet mee met de tijd."