Ga naar de inhoud

Van Scifo over Gullit tot Sollied: ook zij probeerden het als speler-trainer

 ma 20 mei 2019 14:57

Vincent Kompany zal volgend seizoen de jobs van trainer en speler combineren bij Anderlecht. Een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening, die voor zijn voorgangers niet allemaal even succesvol was.

Enzo Scifo (Charleroi 2000)

De meest recente voorganger van Vincent Kompany in onze 1e klasse is de "Vincent Kompany" van de jaren 90. Na een glansrijke carrière bij onder meer Anderlecht, Inter en Monaco sloot hij zijn actieve loopbaan af als speler-trainer én eigenaar van Charleroi. Té veel balletjes om in de lucht te houden en bovendien werd de 34-jarige Scifo geplaagd door blessures. Hij speelde dan ook maar een handvol matchen voor Charleroi.

Guy Thys (Cercle 1954-1956)

Guy Thys begon zijn glorieuze trainerscarrière als speler-trainer bij Cercle Brugge, waarmee hij de promotie naar de 2e klasse afdwong. Thys bouwde zijn reputatie als coach daarna geleidelijk op, tot hij in 1976 bondscoach werd, zonder twijfel de meest legendarische die ons land ooit gehad heeft.

Jan Boskamp (RWDM 1981)

Jan Boskamp combineerde in de herfst van zijn carrière het trainersschap met dat als speler. Hij mocht voor het eerst van de job als speler-trainer proeven bij RWDM, de club waarmee hij 6 jaar eerder kampioen was geworden. Na een paar weken zette hij al een stap opzij, maar het zaadje van een succesvolle trainerscarrière was wel geplant.

Pier Janssen (Genk 1991-1992)

Begin jaren 90 was de fusie tussen Winterslag en Waterschei, waaruit Racing Genk werd geboren, nog bijzonder pril. Van de huidige sportieve successen konden ze toen enkel dromen in Genk. Pier Janssen (ex-Waterschei en -Anderlecht) keerde in zijn nadagen terug om er speler-coach te worden. Hij slaagde er nipt in de club in 1e klasse te houden, waarna hij zijn schoenen definitief aan de haak hing.

Jef Jurion (Lokeren 1971-1974)

Jef Jurion vormde samen met Paul Van Himst de ruggengraat van het succesvolle Anderlecht uit de jaren 60. Zijn erelijst was om van te duizelen, maar zou hij het ook als trainer kunnen? In 1971 trok hij naar toenmalige derdeklasser Lokeren, om daar de rol van speler en coach te combineren. Twee seizoenen en twee promoties later leverde hij zijn club af in eerste klasse. Toch zou zijn trainerscarrière door omkoopverhalen nooit écht van de grond komen.

Sergej Serebrennikov (Roeselare, 2011-2014)

Sergej Serebrennikov verdiende als speler vooral zijn sporen bij de Brugse clubs, Cercle en Club. In 2011 stapte de Oekraïner op zijn 35e over naar Roeselare, waar hij maar liefst 3 seizoenen lang speler-trainer zou zijn.

Marc Wilmots (Schalke 2003)

Er zijn weinig spelers die bij zo'n grote club hun trainerscarrière kunnen beginnen als Marc Wilmots. Zijn actieve carrière liep in 2003 op haar laatste benen toen hij de taken overnam van zijn ontslagen trainer Frank Neubarth. Wilmots als speler-coach bleek zelf ook geen schot in de roos en een jaar later zou hij onderaan de ladder moeten beginnen bij STVV.

Ruud Gullit (Chelsea 1996-1998)

In geen enkel land vind je zo vaak speler-trainers als in Engeland. Dat komt omdat de trainer er vooral gezien wordt als een manager, die zich minder bezighoudt met de dagelijkse trainingen, maar wel met de ploegopstelling, tactiek en transfers. Een van de bekendste gevallen van een succesvolle speler-trainer is Ruud Gullit, die Chelsea naar bekerwinst leidde in 1997. Gullit zou in de finale zelf wel niet van de bank komen, tenzij om te coachen. Een jaar later werd hij ontslagen en beëindigde hij dan ook maar zijn actieve carrière.

Kenny Dalglish (Liverpool 1985-1990)

De meest succesvolle naam in dit rijtje is zonder twijfel Kenny Dalglish, die na het Heizeldrama de touwtjes in handen nam bij Liverpool en de volgende 5 jaar drie titels en 2 bekers zou winnen. In de laatste jaren was de bijdrage van Dalglish op het veld beperkt, maar hij bleef zichzelf wel registreren als speler. In 1990 liet hij zichzelf een laatste keer invallen, enkele maanden later stapte hij wegens gezondheidsproblemen op als Liverpool-coach.

Ryan Giggs (Manchester United 2013)

Ryan Giggs is tegenwoordig bondscoach van Wales, maar eigenlijk was zijn eerste trainersjob een kortstondige opdracht bij Manchester United. Giggs nam als speler-coach over van David Moyes toen die werd ontslagen. De winger deed het seizoen uit in zijn dubbelrol en werd daarna assistent van Louis van Gaal.

Gianluca Vialli (Chelsea 1998)

Geen enkele club heeft zo'n reputatie met speler-trainers als Chelsea. We hadden het hier al over Ruud Gullit en voor hem was er ook al Glenn Hoddle, maar Gianluca Vialli is een speciaal geval, want hij slaagde er zowaar in een Europese beker te winnen als speler-trainer. Vialli zette zichzelf in de finale tegen Stuttgart gewoon in de basis en pakte ook uit met een gouden wissel. Landgenoot Gianfranco Zola kwam in de ploeg en scoorde meteen het enige doelpunt van de match.

Graeme Souness (Rangers 1986-1991)

Graeme Souness werd op zijn 30e al speler-coach bij de Glasgow Rangers, dat hem overnam van Sampdoria. Zijn debuut was opmerkelijk, want na amper 34 minuten mocht hij al gaan douchen met 2 gele kaarten. De Rangers zouden dat seizoen wel kampioen worden, het begin van de Souness Revolution. In 5 jaar tijd zou de Schot maar liefst 3 keer kampioen worden.

Dennis Wise (Millwall 2003-2005)

Dennis Wise maakte als speler deel uit van de "Crazy Gang" van Wimbledon en ook als speler-coach bleek de potige middenvelder van geen kleintje vervaard. Tussen 2003 en 2005 combineerde hij de 2 jobs bij toenmalige tweedeklasser Millwall. Hij haalde onder meer Bob Peeters naar de club én bereikte zowaar de bekerfinale, die het verloor met 3-0 van Manchester United. Wise stond zelf aan de aftrap.

Trond Sollied (Bodø Glimt 1992-1993)

We sluiten af met een specialletje, want weinigen zullen weten dat Trond Sollied zijn carrière is begonnen als speler-trainer bij Bodø Glimt. Sollied had de jaren ervoor als verdediger een mooie reputatie opgebouwd bij Rosenborg. Hij was 33 jaar toen Bodø Glimt hem engageerde als speler-trainer. Hij zorgde in zijn eerste seizoen meteen voor een sensatie door de dubbel te veroveren, een ongezien hoogtepunt voor de club. Sollied besloot prompt om alles op zijn trainerscarrière te zetten.

Kompany heeft 2 voorgangers bij RSCA: 100 jaar geleden

Voor de Belgische recordkampioen is de formule niet helemaal nieuw. Als we in de clubgeschiedenis duiken, vinden we 2 voorbeelden terug, al moeten we daar bijna 100 jaar voor teruggaan.

 

In het eerste seizoen van Anderlecht in de hoogste afdeling - we schrijven 1921-1922 - zet Sylvain "Sylva" Brébart de 2 petten op. De 12-voudige Rode Duivel en topschutter van Daring Club de Bruxelles in 1913 speelde in het voorjaar van 1922 4 wedstrijden in het Anderlecht-shirt. Brébart - een aanvaller - verzekerde het behoud in dat eerste seizoen.

 

Anderlecht was een typische liftploeg in die periode. In het seizoen 1930-1931 kon Ferdinand "Cassis" Adams, ook een spits, het behoud in eerste niet bewerkstelligen. De geboren Anderlechtenaar speelde meer dan 10 jaar voor Anderlecht (1919-1934) en nam van 1930 tot 1932 ook 2 seizoenen het trainersschap waar, al had hij toen wel een selectieheer naast zich. In 1931 zakte hij naar 2e klasse, in 1932 miste hij de promotie naar eerste.